LENTE OP SOESTERBERG.
Maart 1939. Een koude, vochtige ochtendnevel dweilt over
het kamp, maar 7 uur 's morgens is het al te zien, dat de dag
goed gaat worden. De zon priemt door den mist en in twee
uur tijd is de strijd beslist in het voordeel van de qouden
schijf
Het kamp koestert zich in den vollen gloed, wordt warm en
begint behaaglijk te spinnen.
Als eerste trekt de weerkist naar de 5000 m., om de weer
kaart van den dag te halen.
De mecaniciens schuiven bij voorbaat de deuren van de
volières wijd open en spuien alle vogels, keurig in flank-
colonne, over het platform.
En prompt 10 uur komt de ,,0" uit. De machines steken
reikhalzend hun neuzen omhoog en iedereen popelt, ieder
een wil genieten van den eersten Lentedag, iedereen is goed
gemutst, iedereen vliegt, behalve de terreinonderofficier, die
in opstuivende zandmassa's van de eene machine naar de
andere rent om de oranje en witte opdrachtjes te innen. De
man fietst geweldig als hij vriendelijk wordt toegewuifd.
Naar boven!
Escadrille na escadrille vertrekt: T-5, D-21, Koolhoven, C-X
en hoog, heel hoog daarboven trachten een handvol S-4-tjes
ook verband te vliegen, net als de grooten. Het lijkt een
Amerikaansch luchtcircus. Wang, wang, wang denderen de
drie T-vijven in een piqué over het kamp, wengg! snijden er
vijf jagers met 500 km. schuin achterlangs: het gloednieuwe
spul demonstreert voor het eerst in verband zijn kunnen en
Soesterberg loopt uit. Verlaten zijn de bureaux en hangars,
omhoog gaan aller blikken, trotsch op het schouwspel, op
hun nieuwe, mooie, snelle machines, die neersuizen tot vlak
over hun hoofden. Het Bücker stuntbulletje dartelt er tus-
schendoor, op z'n rug, de pootjes omhoog en de gewone
dienstvliegtuigen voelen ook de lente en wagen op hun beurt
een duikje op de hangars.
De 703, Fokker C-X, start 10 uur 10 met vlieger en waar
nemer voor een oriëntatie-vlucht, joy-flight.
Zon, overal zon, maar op 1200 m. meppen enkele wolken-
152