laten Holland door, Holland dat nu niets anders is dan een
mozaiek van grillige, zwarte schaduwen, willekeurig door
sneden door ontelbare zilveren linten en vlekken. Oriëntatie
is nu heel moeilijk, maar daar is Haarlem en de machine
richt haar neus Z.-O. terug naar het nest.
Wolkengrotten doen den waarnemer kriebelen van verlan
gen en nieuwsgierigheid. Wat zou daarachter zitten?
En de vlieger? Voelt hij hetzelfde? De opdracht luidt: Vlieg
in rechte lijn van naarMaar plotseling wordt het
hem te machtig, een bocht en de kist schiet één van die vele
cumulusstraatjes in, volgt de bochten, stijgend, duikend,
draaiend, een fantastisch spel met goud, schaduw en mist.
De vlieger draait zich om en brult: Klaar?" ,,Ja!" En daar
gaat de aarde! Links, rechts, boven, opzij, voor en achter
duikt zij langs de machine heen. Vergeten is de opdracht,
vergeten is het luchtverkeersreglement voor een paar
minuten.
Een looping, een Immelman, een piqué, de aarde tuimelt met
zijn witte vlokken rond, en over de 703. Maar nu ligt ze weer
recht en onder de wolken is Soesterberg in zicht.
's Middags half 5 landen de laatste machines, terug van over
land en dan is het afgeloopen.
Het was een juweel van een vliegdag, de lente werd begroet
met inzetting van bijkans alle krachten.
Er was gevlogen.
V. E.
154