Maar....! Kameraadschap schenkt veel, onnoemelijk veel, doch zij stelt één eisch, en wel een absolute: „Weet je eigen Ik uit te schakelen." Laat niet alles draaien om het middelpunt genaamd Jantje Ikzelf. Weet te offeren weet te geven. Dit stelt wéér eischen. Iemand die kameraadschap vraagt moet zelf kunnen geven. Iemand die kameraadschap vraagt.iemand die vraagt.een twééde factor. Men moet vragen of liever men mag het niét eischen. Eischen is agres sief en lokt reactie uit, tenminste van karaktermenschen, van wie kameraadschap juist de meeste waarde heeft. Een zichzelf geven een respecteeren van elkaar bevor dert de kameraadschap en komt het geheel ten goede, maakt het krachtig. Alleen onder kameraden is het mogelijk elkaar te wijzen op tekortkomingen zonder een hatelijke reactie te veroorzaken, alleen onder hen heeft dit streven succes. Alleen als er kameraadschappelijke geest heerscht, kan het peil van een gemeenschap een hoog niveau bereiken. Waarom komt de saamhoorigheid het naast elkaar komen te staan, schouder aan schouder, naar voren onder drang van buiten, uitgeoefend op een gemeenschap? Omdat ze de kracht schenkt om weerstand hardnekkigen weerstand te bieden. Onmisbaar dus voor een weermacht, onmisbaar voor een volk, juist in deze donkere dagen, waarin het met onheil bezwangerd zwerk zich op ieder dreigt te ontladen. Een kostbaar bezit in moeilijke dagen? Neen altijd en immer, want een volk dat zich respecteert moet de plaats innemen waar het qua zijn capaciteiten recht op heeft moet die prestaties kunnen leveren waartoe het in staat is, prestaties die ten goede kunnen komen aan een nog groo- tere gemeenschap, n.l. die der volkeren. Dit al kunnen we echter niet bereiken indien de kiem van deze groote waarde niet in het individu leeft en gecultiveerd wordt. Daarom is het een gebiedende eisch voor elk individu zelf die kiem te ontwikkelen een gebiedende eisch voor elke groep die eigenschap aan te kweeken en uit te dragen. Niet wachten tot het beroemde puntje bij het noodlottige paaltje komt altijd is het noodig, altijd is het nuttig. Die eisch voor het individu geldt mij, geldt ook UI 158

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1939 | | pagina 182