IN MEMORIAM.
15
Een dag van grooten rouw voor de KONINKLIJKE MILITAIRE
ACADEMIE was 19 Augustus 1939, toen haar oud-Gouverneur
G. G. VAN EVERDINGEN,
Luitenant-generaal der artillerie b.d.,
van het leven scheidde.
Nauw was de band en lang de tijd, die beiden samen hield.
Geboren 29 April 1871 en op 4 November 1890 tot Tweede
luitenant der artillerie benoemd, werd hij reeds zes jaren later als
Eerste-luitenant, eerst tot leeraar en in 1905 tot Adjudant van den
Gouverneur dier hoogere onderwijsinrichting aangewezen. Deze
functie vervulde hij gedurende zeven jaren, de laatste drie in den
kapiteinsrang. Op 1 September 1912 overgeplaatst bij de lie af-
deeling van het Departement van Oorlog, werd hij in 1915 benoemd
tot Adjudant van den Minister van Oorlog en in 1916 met de
oprichting van een Houwitser-afdeeling belast. Maar 16 Maart 1918
werd de Majoor VAN EVERDINGEN tot de K.M.A. teruggeroepen,
thans als Eerste-Officier, welke functie hij tot de opheffing ervan
vervulde, waarop hij dd. 1 Mei 1923 eerst tot waarnemend Gouver
neur en 6 December tot effectief Gouverneur der K.M.A., tevens
Directeur van den Hoofdcursus, werd benoemd.
Een jaar later werden de Cadettenschool en de Cursus, tot hun
opheffing, mede onder zijn directie gesteld, terwijl toen ook de
School voor Verlofsofficieren der militaire administratie onder zijn
commando kwam.
Zijn benoeming tot Ridder in de Orde van den Ned. Leeuw en
tot Commandeur in die van Oranje-Nassau met de Zwaarden vor
men een erkenning van zijne vele verdiensten.
Op 1 September 1929 besloot de Luitenant-generaal VAN EVER
DINGEN aan de K.M.A. zijne zoo eervolle en rijke militaire loop
baan.
In bijna alle officiersrangen en nagenoeg 30 jaren bij deze
onderwijsinrichting werkzaam geweest zijnde, was het hem den
24en Gouverneur gegeven, dat onder zijn 6-jarig bewind de
K.M.A. haar eerste eeuw besloot.
Gedurende deze vele jaren heeft hij zijne groote bekwaamheid
en zijn hart aan de opleiding en de opvoeding van den cadet
gegeven. Hij deed dit met ongeëvenaarde werkkracht en met groote
liefde voor zijn taak.