23 halve reeds dadelijk in de geheimen van een militairen marsch zou inwijden. Hel bataillon werd ingedeeld en mij viel de eer te beurt van tot den voortroep te belmoren. Die eer kwam mij echter duur te staan want toen wij door de kolonne gevolgd ongeveer een uur gemarscheerd hadden ontdekten wij dat ons troepje een verkeerden weg was in geslagen en moesten wij over velden en slooten en door struiken in den looppas zorgen dat wc weer op een be hoorlijken afstand vóór de kolonne kwamen, die inmiddels een anderen weg gevolgd had. Bij die gelegenheid vermin derde mijne vreugd over de vijftig patronen zeerwant daar men mij bij het Depot ingeprent had om steeds alles in den randsel te hebben, en het gewigt van pak en zak nu door de veld-uitrusting nog aanzienlijk vermeerderd waskan ik niet zeggen dat een geruimen tijd volgehouden loop pasje mij in dien toestand zeer bekoorde. Het kostte mij hijzonder veel inspanning, oiti daarbij mijn fatsoen te hou den, en het menschlievend en opregl gemeend kameraad schappelijk aanbod af te wijzen van een forsch gespierden flankeurdie gulhartig tot mij zei: »Kom, korpusgeef mij je potlood maar; ik kan er best twee dragen." Dat de vent het opregt meendewas duidelijk aan zijn goedhartig gelaat te zien; ik geloof waarlijk, dat hij des noods mijn gansche persoon op den hoop toe zou gedragen hebbenmaar natuurlijk gedoogde mijne soldaten-eigenliefde volstrekt niet, dat een ander zich met mijn geweer belasten zou en hoe veel inspanning het mij ook kostte ik bleef het dragen en behield al meêdravcnde mijne plaats in het gelid. Toen wij met het bataillon op de plaats onzer bestem ming aangekomen waren, en in afwachting van den opmarsch der andere bataillons van de brigade de geweren aan rotten gezet hadden verbaasde het mij te ziendat het groote meerendeel onzer soldaten zich dien tijd van rust niet ten nutte maakte om de randsels af te leggen. De kerels waren echter reeds dermate aan het gezellig kabinet gewoon dat zij er best een geheelen dag meê rondzwalkten en het lie-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1958 | | pagina 101