of) ver op den rug hielden dan het eerst af- en daarna weer om te hangen. Om alweer mijn fatsoen te houden, be greep ik dat mijn bokje (1) mij dan maar in 's hemels naam moest blijven kwellen; doch mijn Kapitein, aan wien ik gedurende de rust voorgesteld werd en die mij met de meeste minzaamheid ontving, gebood mij het ding af te leggen en laafde mij bovendien met een heerlijken dronk madera die hij den boterham met eijeren mij wederom geheel en al in mijn ouden plooi bragt. Allengs zagen wij in verschillende rigtingen de andere bataillons der brigade achtereenvolgend naderen. Toen zij er allen waren werd de linie geformeerd en een los hand greepje benevens eenige evolution uitgevoerdtotdat wij aan den horizon een reiswagen zagen aankomenwaarin ge lijk mij later bleek, de auditeur-militair henevens twee leden van den krijgsraad als commissarissen gezeten waren. Te vens ontdekten wij een klein detachement gewapendenbe nevens een opperwachtmeester der Maréchausseesterwijl door hen de veroordeelde geëscorteerd werd. Weldra stond nu onze brigade in een enkel carré ge schaard waarbinnen zich behalve de hoofdofficierenmu- zijkanten en tamboers, de auditeur-militair en de officieren commissarissen benevens den veroordeelde bevonden de treurige plegtigheid zou een aanvang nemen. Wel eene treurige plegtigheid; want de man, die daar in een grijs linnen pak met lederen pet gereed stond om zijn vonnis te ondergaanwas een flink gebouwdeknappejonge borst van hoogstens twee-en-twintig jaar, met een allergunstigst uiterlijk, een fleren, open blik, een bloeijend gelaat, waarop geen spoor van misdaad of neiging daartoe te lezen stond kortom hij zag er heel anders uit dan ik mij tot nu loe een galeiboef had voorgesteld en voldeed op de klecding na veeleer aan het ideaal van een flink trouw joviaal en levenslustig soldaat. (1) Ook randsel.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1958 | | pagina 102