20 De veroordeelde was altijd een goedtrouwonberispe lijk en proper soldaat geweest die om zijne vrolijkheid en kwinkslagen, maar vooral ook om zijn beminnelijk karak ter bij al zijne makkers in hoog aanzien stond en tevens de tevredenheid zijner officieren wegdroeg. Dit had zoo ge duurd, totdat de sergeant N., die nog zeer jong en zon der ervaring was, bij de kompagnie aankwam. Deze meende blijken van grootcr dienstijver en van superioriteit op zijne ondergeschikten te geven door bij alle gelegenheden braaf te razente scheldente tieren en te vloeken aanmerkin gen te regt en ten onregte te maken dreigementen tot in hel oneindige uit te braken, kortom zijn gezag op eene al lerschandelijkste wijze te misbruiken. De veroordeelde, die te veel eigenliefde bezat om zich zoo door liet slijk te laten halenhad zich eenmaal door een brutaal antwoord tegen die grove behandeling verzeten was daarom met provoost gestraft geworden. Na dat oogenblik lagen die twee telkens met elkaar overhoopen gelijk de soldalen dit, misschien niet ten onregte, uitdrukken, de sergeant N. had den veroordeelde hij alle gelegenheden gezocht, zoodat het aan merkingen en bitse verwijtingen regende op een man, die ze anders zelden of nooit verdiend had. Dit bereikte eene zoodanige hoogte dal de soldaat zich eens vergattoen hij- op wacht zullende trekken wederom op eene alieronbcschoft- stc wijze en zonder noemenswaardige aanleiding uitgeschol den werd. Ilij dreigde den sergeant N was bovendien op nieuw brutaal, en betrok eindelijk de wacht met het besef, dat hem eene zware strafwclligt eene informatie en krijgs raad wachtte. Öm dit te ontgaan was hij lot het wanhopig besluit geko men van de wacht naar den vijand te deserleeren en toen hij, door eene patrouille vervolgd, bevreesd was in hare magt te zullen vallenhad hij in zijne overspanning de toevlugt genomen tol zijn wapen, doch gelukkig zonder ge volg. Over zijn verzet tegen de patrouille had hij na zijne arrestatie het. levendigste berouw geloond maar al het ove-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1958 | | pagina 105