30
rige schreef hij op rekening van den sergeant N., die er
naar zijne meeuing de aanleidende oorzaak van was welke
meening door zijne makkers ook ten volle gedeeld werd.
»Hoe is het, korpus smaakt het nietvroeg mijn hospes,
toen ik na den vermoeijenden togt aan zijnen disch geze
ten, weinig eetlust aan den dag legde. Mij stonden echter
voortdurend dat bloeijend gelaat en dat grijs linnen pak, die
jonge sergeant en die geketende galeiboef voor oogen en
ik heb mij toen ernstig voorgenomen om mijn gezag nim
mer te misbruiken.
J. C. J. K.