VOLTAIRE OVER 1672.
Het is nuttig en goed ombij de studie van onze vader-
landsche geschiedenis zicb niet enkci te bepalen tot onze
eigene schiijvcrs maar soms ook vreemden te raadplecgen
en te Ieeren welk oordcel zij vellen over de feiten in die
geschiedenis voorkomende. Niet, dat men dat oordeel als
onfeilbaar moet beschouwen, en daarvan onze waarde of on
waarde geheel moet doen afhangen; niet, dat men dadelijk
verrukt en opgetogen moet zijn, wanneer wij door den
vreemdeling worden genoemddoor den vreemdeling wor
den geprezenzoo iets is eene kinderachtige volksijdel
heid, waaraan wij ons te dikwijls schuldig maken; wij doen
daaraan verkeerd wij moeten niet zoo veel waarde hechten
aan den lof van vreemden niet zulk een gezag toekennen
aan de meening van vreemden; want die vreemden zijn even
weinig onfeilbaar als onze eigene schrijvers, en zelfs is
hunne bekendheid met onze geschiedenis uit den aard der
zaak meer oppervlakkig en meer gebrekkig. Maar er is iels
dat een vreemde schrijver toch voor heeft, boven de eigene
het is dat hij, over het algemeen, met minder vooringe
nomenheid met meer onpartijdigheid de pen kan voeren.
Onze eigene schrijvers, wanneer zij de geschiedenis des
Vaderlands behandelen worden soms in de helderheid van
hun oordeel benadeeld door de gehechtheid aan de eene of
andere partij of door overdrevene ingenomenheid met de
zaak des Vaderlands; een edele en groolsche hartstogt