56 geld kreeg van de Hollanders om zijne naburen te beoor logen en dan weer van Frankrijk om de Republiek aan le vallen. Zweden viel de Vereenigde Provinciën niet aanmaar ver liet zezoodra bet zag dat zij bedreigd werden en knoople, ten wille van eenige onderslandsgelden zijne oude betrek kingen met Frankrijk weer aan. Alles werkte mede tot den ondergang van Holland. Vreemd en opmerkelijk is het, dat, onder de vijanden die zich op dat kleine land wilden werpen er geen een was die een voorwendsel kon vinden voor den oorlog. Het was eene gelijksoortige onderneming als toeneertijds Lode- wijk XII, Keizer Maximiliaan en de Koning van Spanje zich verbonden en tot den ondergang der Republiek van Venetië zamenspandenalleen omdat zij vermogend en fier was. De ontstelde Staten-Gencraal schrijven aan den Koning, en vragen hem ootmoedig, of de groole krijgstoerustingen die hij doet, bestemd zijn tegen hen, zijne oude en trouwe bondgenoolen? waarin zij hem beleedigd hebben? welke ge noegdoening hij eiscbl Hij antwoordt »dat hij zijne troepen zóó zal aanwenden als zijne waardigheid vordert en daarvan niemand rekenschap is verschuldigd." Zijne Ministers voer den niets anders aan, dan dat de Hollandse he Courant (3) te verwaten was geweest en dat van Beuningen (4) een voor Lodewijk XIV honende gedenkpenning had laten slaan. De zinnebeelden waren toen in den smaak in Frankrijkmen had Lodewijk XIV de zon tol zinnebeeld gegeven met dit omschriftnee pluribus impar. Men beweerde dat van Beu ningen zich had laten voorstellen, met de zon op zijde, en het omschrift in conspectu meo stetit sol»op mijn gezigt staat de zon stil." Die gedenkpenning heeft nooit bestaan. Maar (3) Le Gazclier de Ilollandedenkelijk, de Hollandsche Mercurius. In dien tijd had men niet die menigte van dagbladen, die thans ieder vrij land bezit. (4) De vermaarde Burgemeester van Amsterdam, vroeger gezant bij Lodewijk XIY.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1958 | | pagina 112