59 in hun soort waren Martinet voerde toen, bij de infanterie, die krijgstucht en oefening in, die er thans nog heslaan; de ridder de Fourilles deed hetzelfde bij de ruiterij. Een jaar geleden had Martinet bij eenige regcrnenten de bajonetten ingevoerd; voor zijn tijd werd dit wapen, slechts bij uit zondering en op verschillende wijzegebruikt. Die laatste en mogelijk geduchlste uilvinding in de krijgskunst was he kend, maar weinig aangewend, omdat men nog de voorkeur gaf aan de pieken. Hij had koperen pontons uitgedacht, die men gemakkelijk op wagens kon meevoeren. - De Koning, zoo veel voordeelen aan zijne zijde hebbende en zeker van zijn geluk en van zijn roem, had een geschiedschrijver bij zirdi die zijne overwinningen moest boeken; hel was Pélisson, een man waarvan gesproken zal worden bij het hoofdstuk over de letterkunde, iemand meer geschikt om goed te schrijven dan om niet te vleijen. Wat den val der Hollanders verhaastte, was de omstandigheid, dat de markies de Louvois, door den in stilte gewonnen graaf van Bentham, bij hen een groot gedeelte van den krijgsvoorraad had doen opkoopen die tot hunne vernieling moest dienen en op die wijze hunne magazijnen had uitgeput. Daar is niets vreemds in dat kooplieden, vóór de oorlogsverklaring die krijgsbehoeften verkochten, daar zij die, dagelijks, te midden van den hevigstcn oorlog, aan hunne vijanden verkoo- pen. Men weet dat een koopman van dat land eertijds aan Prins Maurits antwoorddetoen deze hem over zulk een handel berispte: «Was er met de bel een winstgevenden zeehandel te drijvendan zou ik het er aan wagen dat mijne zeilen in brand raakten.» Maar wat wel vreemd blijft, is dal men geschreven beeft, dat de markies de Louvois zelf, vermomd, naar Holland ging om dien koop te sluiten. Hoe kan men eene handeling verzinnen, zoo ongepast, zoo ge vaarlijk en zoo onnodig als deze Tegen Turenne, CondéLuxembourg, Vauban, honderd dertig duizend soldateneene ontzettende artillerieen het geld waarmede men bovendien de trouw aanviel van de be-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1958 | | pagina 115