40 publiek veroverd werd door een overwinnend Koning, dan onderworpen aan een Stadhouder. Eerzuchliger dan deWitt, even gehecht aan het vaderland, geduldiger hij de algeineene rampen alles afwachtende van den tijd en van zijne volhardende standvastigheid, dong van zijne zijde de Prins van Oranje naar het Stadhouderschapen verzette zich met dezelfde drift tegen den vrede. In weerwil van den Prins, besloten de Staten dat men om vrede zou vra gen maar in weerwil van de de Witten werd de Prins tot het Stadhouderschap verheven. ■Vier afgevaardigden kwamen in 's Konings leger, zijne genade afsmeeken voor ecne Republiek, die, zes maanden vroeger, het lot der Koningen in hare hand meende te heb ben. De afgevaardigden werden door de ministers van Lo- dewijk XIV niet ontvangen met die Fransche beleefdheid, die de strengheid van het gezag matigt door pligtplegingen en zachte vormenLouvoishard en trotsch van aardbeter geschikt om zijn meester goed te dienen dan om hem te doen liefhebben ontving de verzoekenden met hoogmoed en zelfs met honenden spotmen dwong hen herhaaldelijk terug te komen. Eindelijk maakte de Koning hun zijn wil kenbaar: hij wilde dat de Stalen hem alles afstonden wat zij hadden aan gene zijde van den Rhijn, ook Nijmegenen steden en sterkten in het binnenste huns landsdat men hem twintig millioen betaalde; dat de Franschen gebruik zouden mogen maken van alle groote wegen in Hollandzoo te land als te waterzonder ooit cenige tolgelden te betalendat de Katholieke godsdienst overal hersteld werd; dat de Repu bliek hemieder jaardoor een buitengewoon gezantschap een gouden gedenkpenning zou aanbieden waarop vermeit zou zijn, dat zij hare vrijheid te danken had aan de gunst van Lodewijk XIVeindelijk dat, buiten dit alles, men ook voldoening zou geven aan den Koning van En gelanden aan de Duitsche vorsten, zoo als die van Keulen en Munster, door wie Holland toen nog geteisterd werd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1958 | | pagina 122