48
was gebragtzelfs was het geld nog zwartten gevolge van
den brand die, eenige jaren vroeger, hel Stadhuis had ver
woest. De bankbricven waren tot dien lijd toe in omloop
geweest, zonder dat men ooit aan het geld was gekomen;
na betaalde men met dat geld, ieder die betaald wilde zijn.
Zulk eene goede trouw en zooveel hulpmiddelen verdienden
te meer bewondering, daar Kakel II, Koning van Enge
land, niet levreden met het geld van Frankrijkin zijn
eigen land bankbreukig werdom den oorlog legen de Hol
landers te kunnen voeren en in de uitgaven voor zijne ver
maken te voorzien. Zoo schandelijk als het voor dien Koning
was om dus hel openbaar vertrouwen te schenden zoo eervol
was het voor de Regenten van Amsterdam om het te eer
biedigen op een oogenblik toen het geoorloofd scheen het
niet te ontzien.
Aan die Rcpublikeinsche deugd paarden zij dien moed der
zieldie in een hoopeloozcn toestand de uiterste middelen
te baat neemt. Zij deden de dijken doorsteken die het zee
water tegenhoudende ontelbare landhuizen rondom Am
sterdamde dorpen, de naburige steden, Leijden, Delft
stonden onder water. Zonder morren zag de landman zijne
kudden in de weiden verdrinken; Amsterdam geleek op eene
uitgestrekte vestingte midden der wateren gelegenen
omgeven door oorlogschepen, die water genoeg vonden om
zich rondom de stad te plaatsen. Het gebrek was groot bij
dat volk; het had vooral een groot gebrek aan drinkwater,
dat drie stuivers de kan kostte; maar aan dien uitersten nood
gaf men de voorkeur boven de slavernij. Het is de opmer
king der nakomelingschap waard dat Holland, te lande zóó
gedrongendat het schier geen staat meer wasnog ge
ducht bleef op zee; dat was het ware element der Hol
landers.
Terwijl Lodewijk XIV den JRhijn overtrok en drie Provin
ciën veroverde, zocht de Admiraal De Ruvteii, met ongeveer
honderd oorlogschepen en meer dan vijftig branders, op de
Engclsche kustende vloten der twee Koningen opver-