56 den geest van zijn tijd en van zijn volkiets waarvan zelfs de uitstekendstc man nooit geheel vrij blijft. De Fran- sche natie was, toen, Koningsgezind tot in het gebeente toe; een Koning, zoo als Lodewijk XIV, werd als een God vereerd; hij was het toonbeeld waarnaar allen zich regel den hij was de zon, die glans en luister aan alles gaf; voor hem in het stof te kruipen was geene laagheid; en, regtzedelijkheid en waarheid aan de minste zijner luimen op te offeren, was iets zeer gewoons iets zeer pligtmatigs. De eerbied, dien de Franschman der 17c,e eeuw zijne vorsten toedroeg, kan gelijk gesteld worden met de vereering van den Griek ten aanzien zijner Godenen even als de bewo ners van den Olympus zich aan de schandelijkste ondeugden konden overgeven, zonder dat hunne altaren daarom door min der aanbidders waren omringdevenzoo konden de dier- lijkste uilspattingen dier Fransche Koningen den lichtkrans niet verduisteren, waarmede het fetichisme hunner onder danen hen omgaf. Zulk eene denkwijze komt ons thans en te regt als dwaas, schandelijk en misdadig voor; maar in het Frank rijk der I7'lc eeuw oordeelde men er geheel anders over; en daarom mag men het in Voltaire niet zoo laken dat ook hij in den geest van zijn lijd heeft gedeeld, en ten aanzien van Lodewijk XIV meer lofredenaar dan onpartijdige geschied schrijver is geweest: de stroom van het algemeen gevoelen heefthierin, ook den schrijver van het Siècle de Louis XIV me- degesleept. Veeleer moet men zich daarover verwonderen dat Voltaire, reeds toen, de stoutheid heeft gehad om met lof te gewagen van onze voorouders, de felste bestrijders van Lodewijk's heerschzucht en die, door hun verzet tegen den wil des Franschen alleenheerschersde ergernis en veront waardiging opwekten van dat ras van hovelingen en vleijers hetwelk dien monarch omgaf. Het scherpe, doordringende ver stand van Voltaire moest hem, in weerwil van den invloed, dien zijne land- en tijdgenooten op hem uitoefendenvan zelf de waarheid meer nabij doen komen. Onder anderen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1958 | | pagina 132