78 'sMans uiterlijk is zeer verdacht. Hij heeft donker haar dat in magere vlokken over zijn hoofd gespreid is, en overal van de kruin regt afloopt, behalve midden op zijn voorhoofd waar eene sierlijke krul bij wijze van kuif, haar uileinde trolsch omhoog steekt. De weinige hoofdharen zijn door een even klein aantal zwartelange wang haren aan hetgeen een student een ijploeterig ringbaard' je" noemt, verbonden. Zijn gezigl; is verder vurig en rood, zoodat men zoude zweren dat de man bruine oogen bad, door den gloed die als het ware van hem afstraalt maar onze man heeft blaauwe oogen. Hij behoort toch in het algemeen tot die soort van menscbenwien men het dadelijk kan aanzien als zij zaken" of viets gewigtigs hebben; als daar zijn: voorlezingen op physische ge nootschappen, op »'t »Nut" enz.; of ook wel, wanneer zij hard geloopen hebben want al deze elementen tot agita tie brengen bij hen dezelfde verschijnselen voort. Hunne haren verspreiden zich en kleven in enkele fijne punten en allerlei verwarde figuren op hunne slapenhun gelaat wordt zoo mogelijk nog rooder, de aderen van hun voorhoofd zwel len op hunne oogen krijgen meer vuur en over het geheel stralen zij zoo veel warmte uit, of nemen zij ten minste zoo veel van hel uiterlijk van eene rood gloeijende kagchel aan dal, bij eene zomerhitte, als in wijlen het jaar 1857het mij onmogelijk is zoo iemand te spreken of hem slechts lang aan te zienzonder mij zelf al warmer en warmer te ge voelen. hel is verschrikkelijkhet is een plaag om er zoo uit te zien, zoowel als om zoo gezien te moeten worden, voor den respcctivclijkcn eigenaar en beschouwer van het geagiteerde ligchaam. Het lijf, hetwelk door de denkkracht van meergemeld hoofd wordt medegevoerd en in beweging gesteld, is in een iigt blaauwcn jas met grooteglim mende, echt vergulde, en nog wel Kon. Ncd. Yachlclub knoopengesloken een wit vest met idemen een ligt grijs broekje, van boven wijd, van onderen naauw, vormen bij hem wat men bovenkleeding noemt. De voeten slaan in

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1958 | | pagina 154