u
•>le deel des orgels voor het. dwalende oog der kerkgangers
en men vindt daar alles wal een bekwaam en ijverig orga
nist noodig heeft om schoone kerkmuzijk voort te brengen,
in stapels van oude en nieuwe drukken der psalm- en ge
zangwijzen. Verder een brcede bak even als bet achter
bankje van een barouchet voor minstens drie personen in-
gerigt. \óór die bank zijn de toetsen voor handen en voe
ten, benevens de registers die als zij mede zullen spreken,
hunne halzen vertoonen en bun hoofd op een Nederlandschepalm
van de orgelkast verwijderen even als zangers die als zij een
zeer moeijelijk en toch regt schoon geluid willen voortbren
gen hun hoofd en hals ver uit hunne boordjens uitsteken.
Er is nog een haak waaraan even als receptjes bij den
apotheker, eene menigte papiertjes hangen: dat zijn de op
gaven der liederen, die gedurende de Zondagen van dit jaar
gezongen zijn. De haak heeft tot pendant een belknop
nog staat er een ouderwetsehe stoel van zwart hout met
groen trijpen zitting en leuning. Echter had ik bijna één
gewigtig voorwerp vergeten; het is een spiegeltje, zóó hoog
en schuins hangende dat het beeld van den prediker er in
te zien is voor den man die op de lederen bank zit.
''a z'°t gij wel! daar is hij net op stoel geko
men. Wij zullen hij den geestelijke niet stil slaan, het zou
ons misschien den goeden indruk zijner woorden benemen,
en hij is te achtenswaardig om bekeken te worden met een
oog dal hoeken aan de vormen zoekt.
Maar hoortdaar gaal beneden eene deur open en de
trap kraakt onder een zwaar ligchaam, liet is de organist
een groot, gezet man in een glimmenden, harigen jas ge
doken hij heeft een cache-nez zoo hoog om zijn gezigt
geslingerddat men daarvan weinig méér kan zien dan een
neus, voerende het bewijs van den winter mede in een hoog
rood uiteinde met afhangend versiersel.
De organist zet zijn hoed op de barouchet-bank slaat
zijne wijde mouwen om doet zijne regterhand zeer diep in
den glimmenden, langharigen jas verdwijnen, om daaruit bij