96
schcn een Russisch kolonel van de infanterie en een Engelsch
kapitein van hetzelfde wapen die voor anderhalf jaar vij
andig tegenover elkander hadden gestaan bij het roem
rijke beleg van Sebaslopol. De Rus was een Koerlan-
der, en nu kon ik mij ook zijn eenigzins vreemd Duitsch
accent verklaren. Dat ik die gelegenheid niet ongebruikt
zou laten voorbijgaan om veel van die bijzonderheden op te
doen die men nooit in de boeken leest en alleen van oog
getuigen vernemen kan, spreekt wel van zelf, en bet
duurde dan ook niet lang of wij zaten in een druk gesprek
over dat merkwaardig oorlogsfeit, waarover beide met waar
genot schenen uitteweiden. Vele kleine bijzonderheden lee-
kendc ik op het oogenblik zelf aan, en toen ik 'savonds in
bet Goldnen Kreuz in Regensburg was aangekomen, ging
ik niet te bed voor dat ik eerst al wat ik mij van ons dis
cours herinnerde, op papier had gebragt. Ik geef het hier
weer, zoo als ik het toen heb opgeschreven.
Het spreekt van zelf, dat de beide, zoo toevallig met elk
ander in aanraking gekomen vroegere vijanden, die zoowel
wakkere soldaten als fijn beschaafde mannen bleken te zijn,
elkander wederkeerig de eer gaven, die hun met zooveel regt
toekwam, en hoewel ik niet onopgemerkt kon laten, dat zij
in den beginne niet geheel en al vrij waren van de antipa
thie, die tusschen de Russen en de Engelschen in onze da
gen zoo sterk spreekt, verdween dat gevoel spoedig geheel
en al toen ons onderhoud eenigen tijd geduurd had.
Het gesprek viel op de ellendedie de beide partijen
vooral de Russen, in de laatste dagen van het beleg geleden
hadden.
»Is het waar," vroeg ik den kolonel, swat men leest van
de ontzettende verliezen binnen Sebaslopol Men zegt dat
de verdedigers in den laatsten tijd dagelijks 1000 man
verloren
Het was op het allerlaatst meer dan dat," antwoordde
hij; ïik hen toevallig eenige dagen voor de laatste bestorming
in de gelegenheid geweest, hel naauwkeurig te weten te ko-