100 liet slechte voedsel het gezouten vleesch aan al de ver moeienissen die het ligchaara ondermijnden, maar voor een groot gedeelte ook aan de gevolgen van den spiritusdie het genezingsproces tegenwerkte. Dergelijke omstandig heden,' ging de Engelschman voort, komen evenwel in Frankrijk nooit ter oorc van het groote publiek en ik geloof dat. men daar verstandig aan doet. Maar het is niet te verwonderen dat de weegschaalwaarin de beide legers gewogen werden daardoor valsch wordt. Ik wil de groole gebreken van onze militaire instellingen volstrekt niet ont kennen, maar ieder bezwaar, dat in de schaal aan onze zijde geworpen werd deed die aan de Fransche zijde weder een eind rijzen, zoodat bij de beoordeeling een contrast ont stond waarbij al het nadeel aan onze zijdeal het voordeel aan dat onzer geallieerden bleef. Zoo is het bij voorbeeld ook gelegen met het punt in kwestie, waarover wij nu spraken. Ik kan u daarentegen de stelligste verzekering geven dat de betrekkelijke sterfte in het Fransche leger van het begin tot het einde van het beleg grooter is geweest dan bij ons, en waar heeft men het ooit in Fransche papieren gelezen, dat de manschappen, zoo als ik het gezien heb, een vol slagen gebrek aan lakens en andere hospitaalbehoeften had den en honderde geblesseerden en zieken in hunne ka- potlen daar neder lagen Ik wil hunne uitmuntende inrig- tingen niet miskennen, maar daarom moet men ze niet als volmaakt afschilderen zoo als de bestrijders van Lord Pan- mure dat bij ons deden." »Ilet is een vaste regel in den oorlog: ®hoe gezonder manschappen, hoe beter soldaten." Niets is nuttiger voor de dienst dan wanneer de superieuren bij dien regel ook het voorbeeld aan hunne ondergeschikten geven. Een man, die zich aan onmatigheid overgeeftis voor het vermoeijende leven te velde ongeschikthij mag er op het oog goed uit zien maar bij de minste gelegenheiddat er eene buiten gewone inspanning van hem geëischt wordt, zakt hij onmis baar in elkander. Zulke zijn ook gewoonlijk van een min-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1958 | | pagina 176