102
rie in den winter van 1854' op 5b door gebrek omkwam
behalve die welke voor den vijand sneuvelden of later aan
hunne wonden stierven verliet zij al de gemakken en ge
noegens van haar gelukkig huisselijk leven om het lijden van
onze ongelukkige soldaten te verligten. In al de campagnes,
die ik hier en daar heb meegemaakt, is mijn hart al zoo ta
melijk verstaald, maar op mijn woord, als ik van Miss
Nightingale begin te sprekendan kan het weer week en
warm worden. Hoe bewonderenswaardig was zij, als het er
op aankwamschikkingen te makenbezwaren te overwin
nen in de zoo gebrekkige inrigting van onze militaire hos
pitalen j welke een helderen blik in het groote welke
eene echt vrouwelijke zorgvuldigheid in het kleine gehol
pen door het Times-fund, wist zij overal raad te schallen j
hoe zij 't bezorgde, weet ik niet maar zij kon altijd linnen
vinden voor onze gewonden zij wist altijd menschen op te
sporen om voor de hulpcloozc soldaten te wasschen en te
koken. Zij was letterlijk onvermoeiddan eens onafge
broken eigenhandig aan het werkdan weder met haren
zachten bedaarden slap langs de lange rijen van ziekbedden
heengaande, waar die arme drommels lagen, dikwijls krim
pende van de pijn en toch moeite doende om hun kermen
te bedwingen wanneer ze in de verte dien engel in men-
schengedaante zagen naderen.
«Hebt gij haar persoonlijk gekend vroeg ik.
xDat wel niet bepaald," antwoordde hij imaar ik heb
haar meer dan eens gezien en gesproken. De eerste maat
dat ik haar zag kwam zij voorbij mijne hut rijden met een
klein gezelsehap, waarhij onder anderen ook de beroemde
kok, Sover. Zij had een kort en vrij vaal kleed aan, —haar
voorkomen was ernstig, innemend en vooral wat wij noe
men lady-like. Ik kende haar niet maar hoorde naderhand,
dat zij het was. Later heb ik haar bezocht met een mijner
vrienden den dokter Fuazer. Wij reden op een achtermid
dag naar de rij hospitaalhulten bij het oude Genueesche foi t
van Balaklava; haar bediende, dien wij digt daarbij ont-