105
ik. »Is het waar dat de verwarring daar zoo groot was
als men zegt
Verwarring hernam hij lagchende »dat is nog veel
te weinig gezegdHet was er een tooneel dat zich on
mogelijk laat beschrijven. De eerste keer, dat ikerkwam
was, toen ik met ecne stoomboot van Konstantinopel terug
keerdewaar ik in commissie was heengezonden, ^aturdag
namiddag voeren wij van den Gouden Hoorn af, en den anderen
dag met zonneondergang waren we voor Balahlava waar
men uit zee weinig van gewaar wordt. Maandag morgen
gingen wij met eene boot aan land, om ons naar den admi
raal te begeven. Dit was noodzakelijk daar op ieder schip
dat zonder permissie de haven inlooptdadelijk gevuurd
werd. Een Grieksche feloek die juist voor ons naar bin
nenliep kreeg twee schoten waarvan een in zijn romp te-
regt kwamen het andere digter hij onze sloep dan ons
lief was. Ieder schipdal die orders overtreedde moest
nog daarenboven boete betalen voor ieder schotdat daar
op afgevuurd was geworden zoodat ze het op het laatst
wel niet meer vergaten. Maar welk gewoel en welk eene
verwarring was daar op de landingsplaats Karren van het
commissariaat artillerievoerluigen Sardiniërs markelen-
sters van alle natiënschreeuwende in alle talen en tong
vallen officierendie regis en links draafden om een ham
of eenig ander comestible magtig te worden of om aan
boord van een schip te worden geroeid het gekwaak van
ganzen, het gekraai van hanen, het knorren van varkens
dat alles maakte een mengelmoes dal een mensch het hoofd
dol maakte. En daarbij .af en toe het doffe gedreun van het
geschut in de veile, dat ons herinnerde, dat het beleg nog altijd
aan den gang was. Het eerste waar ik aan land mede begroet
werd, was de vraRg of ik een paard wilde koopen. Daar ik
onmiddelijk naar het hoofdkwartier moest en geen tijd had om
officiële requisitie te doenging ik maar dadelijk het mij
aangeboden dier in oogenschouw nemen Dat was een paard
Iets grooter dan een Newfoundlandsche hond zijn eige-