106 naar had het «gevonden.'' Maar ik moest het nemenzoo als het was; ik kocht het dus, en ging er dadelijk mee op weg. Ge galoppeerd had het dier zeker nooit in zijn leven, en gedraafd uiterst zelden; doch daar het gloeijcnd heet was, beviel het mij nog heler dan dat ik had moeten loopen. De straten van Balaklava waren opgevuld met menschen, dieren en wagens alles in een verstikkenden slof. Even buiten het stadje begon de spoorweg waar men toen evenwel nog pas aan begonnen was digt daarbij was een riviertje, waar eene massa soldaten hunne keteltjes met water vulden. Vele van die arme drommels moesten een paar mijlen ver daarvoor loopen want water was een zeldzaam artikel in ons kamp. Zoo kwam ik voorbij het hoofdkwartier van den Generaal Della Marmora te Kadikoi. Dat dorpje was het ware ren dezvous van alle kanlinehoudcrsEngelsche Fransche en Duitschedaar zag ik weer alles door elkander loopen oppassers van officieren, Turken, Kroaten Italianen, Span jaarden landloopers en vagebonden van allerlei aard. Ik zager verscheidene van onze officieren, die zelve aan't fou- rageeren warenzij zaten op ruigharige poneysde een met een koppel ganzen aan den zadelknop de ander met een zak aardappelen, of een pot ingelegd vleesch enz. Alles was duuren toch werd alles verkocht. De verdere weg van Kadikoi naar het hoofdkwartier was verschrikkelijk stoffig en druk. Ik kwam tot mijne groote ergernis honderde muil ezels en poneys van het Land-Transport tegen, waarvan ik er gaarne een had geruild voor mijn dier. Ik vroeg aan een van de onderofficierenof hij mij geen poney kon be zorgen. Dat is mij onmogelijk Sir," antwoordde hij, «maar probeer er een te vangen van het eerst volgende transport en neem hem maar meêdat gebeurt zoo dikwijls. Ziet u, al die dieren moeten toch dood van de winter want we hebben geen stallen genoeg en als gij er een van vangt, dan beeft het arme beest nog een kans dat het er door komt want gij zult er zeker beter voor zorgen." Daar die dierlievende beschouwing nu niet volkomen met mijne

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1958 | | pagina 182