107 idéen van discipline overeenkwam, dankte ik hem voor zijn raad op eene wijze, die hem zoo het scheen, eenig mede lijden inboezemde voor mijn weinigen aanleg om een paar dendief te worden en ik sukkelde op mijn geduldig dier verder naar ons kamp." i Wat ons altijd verwonderd heeft," sprak de Rus «was dat de geallieerden niet dadelijk op de vesting storm ge- loopen hebben zoodra ze er voor kwamen. Er was geen een onzer officieren die het niet verwachtteen ik moet beken nen dat ik op 't oogenblik nog niet begrijpwaarom ze hel niet gedaan hebben." «Dat begrijpt ook de halve militaire wereld niet," sprak ik; «algemeen wordt het voor eene groote fout gehouden, cn de meest gematigde beoordeelaars zoeken nog altijd naar eene of andere onbekende reden. Wat zei men er van in het kamp der geallieerden?' iDaar waren de gevoelens verschillend," antwoordde de Engelschman «de meesten zijn misschien wel voor eene da delijke bestorming geweest, en wanneer wij dat langdurige beleg hadden kunnen voorziendan zou niemand er anders over hebben gedacht. Doch daar wrong hem juist de schoen in het hoofdkwartier is er wel degelijk ernstig over geraadpleegd cn was men het er niet eens over. Wat nu de ware reden van het verzuimen van dat gunstige oogenblik geweest is, kan ik niet zeggen, maar, naar mij het waarschijnlijkst voor komt verbeeldde men zich dat de vesting na een kort beleg zeer zeker in onze handen zou vallen en was men voor het ergste beduchtwanneer men een storm waagde en deze werd afgeslagen. Ik moet bekennen dat het een gewaagd spel zou geweest zijnen dat wij hij eene misluk king misschien totaal door Menzikoff konden vernield zijn gewordenhoewel ik toch van oordeel ben en het toen ter tijde ook wasdat men 't had moeten wagen. Doch het is nog de vraag of het zou gelukt zijn. «Twijfel daaraan niet," hernam de Rus. «Wel geloof ik, dat onze matrozen hoewel er maar 16000 in t geheel w.\~

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1958 | | pagina 183