113 Donderde en duizende malen is datzelfde reeds gezegd en toch, wat is zij, die geheimzinnige kracht, die ons onwillekeurig mee voortsleept, wanneer het vooruitzigt van een oorlog zelfs maar in de verte opflikkert aan den politieken horizon? Is er iels demonisch in den menschdat hem doet verlangen naar tooneelen van dood en vernie ling, dat hem doet dorsten naar bloed, en hem den jammer en ellende van duizenden tot een spel maakt? Of is het niet veeleer omdat wij ons als krijgsman den oorlog niet anders denkendan gehuld in den schitterenden stralenglans van vaderlandsliefde en heldenmoed dat wij er alleen de gele genheid inzien lot de hoogste ontwikkeling van alle manne lijke deugden, van moed, van trouw, van zelfopofferingdat wij er het denkbeeld aan verbinden van de verdediging der reglen van Koning en Vaderlandde bescherming van al wat ons lief en dierbaar is de instandhouding van de eer der vlag Dal alles is hetdat ons met eene onwederstaanbare beloovering aantrekt, en ons zelfs, waar de slem der rede en der menschelijkheid ons het behoud van den vrede als een weldaad vóórpredikttoch hoogstens zoover laat gaandat wij den oorlog wel niet wenschen maar toch niet kunnen nalatenhem als eene welkome verschijning te begroeten als het onvermijdelijke noodlot er ons henen leidt. Datzelfde gevoel werkt nooit sterkeren iedereen die er ondervinding van heeftzal mij dit toestemmendan wan neer men in de gelegenheid isde verhalen aan te hooren van hendie als handelende personen in een dier geweldige drama's, waarvan de wereld nog lang gewagen zal, zijn opgetreden en het was mij dus onmogelijk om er in te be rusten dat hel belangwekkende gesprek waarin wij gewik keld waren zou eindigen met de wel juistemaar toch voor den militair te prozaïsch philosophische beschouwingen waartoe wij langzamerhand gekomen waren. Ik brandde van ver langen om wat meer van de bestorming van den Redan te hooren, waar ik wel is waar, veel van gelezen had, maar dat was mij niet half zooveel waard, als de mondelinge me- 8.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1958 | | pagina 189