H4 deeling van iemanddie er zelf als ooggetuige bij tegen woordig geweest was. »Ik kan mij zeer goed begrijpen sprak de Engelschman lagchende toen ik hem daarnaar vroeg, «dat de oude sol daten altijd zoo gaarne van hunne campagnes vertellen; want ik moet bekennendat ik nu al dikwijls bang ben dat ik er de menschen meê verveel hoewel ik er toch gaarne over spreek. Er is iets aangenaams in de herinnering en ook in de medcdecling, als men ziet, dat het een ander interesseert." «Dat geeft mij weer wat moed," hernam ik, «om u nog over het een en ander uit te hoorenwant ik begon al te vreezen, dat het u mogt verveelen Volstrekt niet," viel hij mij in de rede, «en om het u te bewijzenzal ik verder verhalenhoe 't mij den 83t0" September bij de bestorming gegaan is en wat ik er zelf van gezien heb. Zoo als ik u zeiwas ik in den beginne bij de o'le Divisie die in reserve bleefeen gedeelte van de lsle Divisie stond in de loopgraaf van de linker attaque en de 2'lc was met de ligte divisie in de loopgraaf van de regter attaque en bestemd voor den aanval op den zoogenoemden Groote RedanIk reed vooruit naar de plaats waar wij ons moesten opstellen toen ik in de verte een grooten stoet te paard zag aan komen: het was de Generaal Pelissieii met zijn staf; ik zag er ook een man bij, ik meen een on derofficier, die eene groote driekleurige vlag droeg, bestemd om op den Malakow geheschen te worden indien hij geno men zou zijn iels waaraan de Generaal volstrekt niet scheen te twijfelen. De kanonade was in dien tusschentijd zoo hevig als ooit het was toen omtrent tien uur in den morgen. Lang zamerhand evenwel verminderde het vuur totdat het tegen den middag nagenoeg ophield." «Dat was het juist wat ons misleidde," zei de Rus «in de verwachting van de mogelijkheid vaneen storm, waren 's nachts, zoo als vroeger meer gebeurd was eenige duizende manschap pen naar den Malachow-Kurgan gerukt, om de bezetting te ver-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1958 | | pagina 190