121
»'t Komt al veel," hervatte de Rus, i omdat de rekruten
in 't eerst nog geen denkbeeld van t gevaar hebben} maar
als men dat eens goed heeft ingezien, dan behoort er een
weinig oefening toe, om er kalm in te blijven staan. Ge
durende de bombardementen hadden we zoo als ik straks
zei, altijd een man op 't banket staan, om te waarschuwen
voor de bommen en granaten. Dat waseene soort van eer
post, maar die veel menschen kostte, hoewel er natuurlijk
eene menigte anderen door gespaard werden die geen tijd
hadden om op die aanvliegende ruziemakers te letten. Zoo'n
man op den uitkijk had het druk wanneer het vuur hevig
werddat verzeker ik udaar hij van ieder projectiel en
men zag er soms tien twaalf te gelijk in de lucht zoo
veel mogelijk de rigting moest aangeven, Dat was een on
ophoudelijk geroep Armeskaja (naar den kant van de armee)
Beregies (pas op)Flotskaja (naar den kant van de marine)
Nascha (naar ons)! Als dat Nascha! Beregies!" er uit
kwam, lag alles in een oogenblik op den grond, het eenige
middel om de verwoesting van de rondvliegende scherven te
ontgaan. Ik herinner mij nog een rekruut die een dag of
wat geleden was aangekomen, en op den uitkijk stond.
Het was een helsch vuur, daar het bastion, dat wij bezet-
ten juist met eene bijzondere attentie van den vijand ver
eerd werd. In de eerste oogenblikken hield hij zich goed
maar langzamerhand begonnen de bommen zoo druk op te
dagen, dat hij het niet meer bij kon houden. -»Nasha
Flotskaja Beregies! Nascha! Beregies! Flotskaja Nascha!"
ging het in één adem achter elkanderen toen er eindelijk een
geweldige bom al sissend en draaijende met een dreigend
i foefoefoe F regt op hem aankwam, hield hij zijn hoofd
met zijn beide handen vast, en sprong met een luid, Beregies
hals over kop van zijne standplaats af, onder het schaterend
gelach en gejouw van zijne kameraden. Tien minuten later
kwam de arme drommel met tranen in de oogen mij smee-
ken, om hem weêr op den uitkijk te zetten, waar ik hem
dadelijk door een ouden knevel had laten vervangen. Ik be-