EEN MUZIJKLIEEHEBBER. Ik houd dol veel van muzijken was hoog ingenomen met de Harmonie-Vereeniging in onze stad hoewel ze niet in alle opzigten aan mijne wenschen voldeed van de leden had ik mij een verkeerd denkbeeld gevormd ik had mij gevleid dat zij allen gevoel hadden van hetgeen zij speelden, daar dit het eenige middel is om goede muzijk voort te kun nen brengenom mij hiervan te overtuigen zocht ik de gelegenheid te bekomen eens hij de repetitie tegenwoordig te zijn; doch wat heeft die stap mij later berouwd, wat is het een bron van zelfkwelling voor mij geweest; wat moest ik daar hooren Een speelde hel »plus blanche" uit de Hu genoten als een galop dan werd het air dat Robert in zijn hevigen tweestrijd zingt, gespeeld als een adagio, of neen, laat ik er dien naam niet aan geven als een vfleuve du Tage door eene oude jodin op den hoek eener straat gezongen de kapelmeester annonceerde het sehoone air Iriomphal uit Nebuchodonosoren wat riepen ze: »Bah! die doóje marsch weêr Ik liep van schrik weg, zelfs zonder den kapelmeester te vragen hoe hij dat volkje nog vrij aardig wist te doen spelen? Ik kan hel mij niet anders voorstellen, dan dat hij het hun voorspeelt en zij noot voor noot machinaal nabrullen. Vol wanhoop ging ik huiswaarts; waar zou ik nu eens goede muzijk kunnen hooren? dat was de vraag, die mij aanhoudend op de lippen zweefdeen spoedig riep ik in triomf uit: »Naar den Haagnaar den Haag! daar zal de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1958 | | pagina 199