130
Zijne htiisselijke rust kon en mogt ik niet storen ik
moest dus berusten bet werd een half uur voor den tijd
van het begin van bet concert en ik liet door het jongste
zoontje aan Mama zeggen dat ik haar raadde zich te pres
seren daar ik anders het genoegen niet zoude kunnen
hebben, goede plaatsen voor haar te vinden doch dal belette
haar niet mij nog een kwartier te martelenom mij na ver
loop daarvan aan wanhoop ten prooi te geven. Toen be
sloot ik, dan ook als laatste redmiddel, eene vigilante Ie
bestellen, en wel met den uitdrukkelijken last om dadelijk voor
te komen.
Binnen vijf minuten stond het vurige ros te trappelen voor
de deur. Spoedig ging ik mij kwijten van de taakom
den koetsier te zeggen waar de rid heen zou zijn maar
tevens om hem een kwartje in de hand te sloppen opdat hij
door de meid aan Mevrouw zou laten zeggen dat hij onmo
gelijk langer wachten kon daar hij nog een vrachtje had te
brengen.
Dat hielp, en we kwamen eindelijk in de vigilante te zitten,
namelijk de dames; want waar ik niet op gerekend had, was,
dat er nog twee dames, vriendinnen van Mevrouw, arri
veerden die ook met de familie rnede naar het Concert
wilden gaan jatoen bleef mij niets over dan te presente
ren op den hok te gaan zitten en de dames hij den ingang
uit het rijtuig te helpen doch dat berokkende mij slechts
het gelach der dames en de ongewenschte voorkomendheid
van den bediende, die reeds deze plaats besproken had, en
mij verzekerde te zullen wachten met het rijtuig tot de liee-
ren zouden aangekomen zijn. Onderwerping in mijn deerlijk
noodlot was het ecnige dat mij overbleef, en ik stapte met
mijn vriend, die door mij nu half als vijand, ten minste met
nijdige blikken werd beschouwd, door de straten door dik
en dun naar de Concertzaal. Telkens wilde ik hem schie-
lijker doen loopen ja, ware ik alleen geweest, dan zou ik
voorzeker op hel laatst de rijtuigen vooruitgesneld zijn te
vergeefs heriep ik mij op het wachten zijner vrouw; zelfs de