9 lezing der krijgs-artikels verwacht werd eene proef willen nemenen vervangen ze door iets in den volgenden smaak «Elk soldaat is een man van eer; hij draagt de uniform, het eerekleed der regering; hij draagt eene kokarde, het bondsteeken der natie; hij vereenigt zich met zijne officieren en zijne makkers onder het vaandeleen heilig pand hem door zijnen Vorst toevertrouwd. Daarom is de eer zijn hoog ste goed, en niemand is bij magte hem, zoo lang hij zich goed gedraagt, daarvan te berooven; maar hij zelf is ook verpligt haar vlekkeloos te bewaren. «De Koning rekent op zijne trouw, op zijne toewijding, op zijne gehoorzaamheid, en beschouwt hem als een nuttig die naar van den Staat, als een hechte steun van 'slands be staan, die, na eene naauwgezette pligtsvcrvulling, aanspraak heeft op 's lands erkentelijkheid. Elk soldaat kan tot de hoogste rangen in het leger op klimmen, mits hij door kunde, beschaving, gedrag, ijver en toewijding blijken geve van daartoe geschikt te zijn. «Eik soldaat, die gedurende twaalf achtereenvolgende ja ren den Staat trouw en eerlijk gediend heeft ontvangt als onderscheiding en belooning eene bronzen medaille die hem, ook na het verlaten van de dienst, de achting zij ïer mede burgers waarborgten hem bij voorkeur in aanmerking doet komen voor die posten en bedieningen, waarvoor hij de ge schiktheid bezit. «Elk soldaat heeft na dertig jaren dienst, gepaard met vijftigjarigen ouderdom regl op een levenslang pensioen van 100 gulden 'sjaars. «Datzelfde regt heeft hij, wanneer hij door verwonding of verminking in den strijd bekomen of wel door ligchaams- of zielsgebreken in en door de dienst ontstaan ongeschikt mogt worden om door eigen handenarbeid in zijn levenson derhoud te voorzien. «Wanneer die verwonding, verminking of ligchaamsge- breken het verlies ten gevolge hebben van een zijner ledematen of het gemis van het gebruik daarvandan wordt het pen-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1958 | | pagina 85