17 sidling voor het nachtelijk schilderenwaarop ik mij zoo lang verheugd had. Ik heb later gelegenheid gehad die schade in te halen en ofschoon ik reeds schielijk door mijne bevordering tot korporaal van het schilderen ontheven werd, heb ik toch nog enkele keeren 's nachts op post staande ge dacht, ik zou nu wel een glas punsch willen geven om naar de wacht, en nog liever naar mijn bed terug te keeren." II. Ik was naauw zes maanden in dienst, of ik werd tot kor poraal bevorderd. Nog denk ik met innig welgevallen terug aan de heerlijke gewaarwordingen, die mij hij deze eerste bevordering vervulden. Ik was de wereld te rijk af; in mijne eigen oogen was ik een allergewigtigst persoon gewor den; ik kon zelf ter naauwer nood aan mijn geluk en mijne hooge waardigheid gelooven toen ik voor 'teerst die ke melsgaren strepen op mijne mouwen zag prijken, en in plaats van een slakkensleker (1) een sabel mogt omhangen dien ik natuurlijk onder het gaan trouw van de eene kuit op de andere liet overspringen waarhij hij eene hemelsche melodie in mijne ooren veroorzaakte. Mijne eerste waschlijst was een pronkjuweel van keurige netheid en mijn eerste wachlrap- port verdiende in een lijstje gezet te worden. Grooter vreugde herinner ik mij niet ooit gesmaakt te hebben dan toen ik voor 't eerst een corvee van twee man komman- deerde of het moet geweest zijn toen ik voor de eerste maal als instructeur optrad om een nieuweling de klassieke positie of stand van den soldaat zonder qeweer te onderwijzen. Ja toch, ik heb nog één heerlijker oogenblik doorleefd, liet was toen de Kolonel eene inspectie over het Depot 2 EENE STRAFOEFENING. (1) Bajonet.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1958 | | pagina 93