20 LIJK AFSCHEID AAN MIJN VIJFTIENJARIGEN ZOON, door J. L. NlER- STRAS7, Jr. Mijn zoondie 't pad der eerste dagen Aan de ouderhand zijt afgegaan Nu staat ge alleen den stap te wagen, Alleen en dat op gladde baan 1 Nu zult gij 's vaders leiding missen En de eerste schrede die gij doet, Zal voor uw leven 't lot beslissen Of 't zielebitter breng' of zoet. Nu gaat gij d' ouderhaard begeven 't Is uw bestemming dat gij gaat Maar 't is bij God slechts aangeschreven Op welk een' prijs mij 't afscheid staat. Ik heb ze wat dikwijls met eene alleraangenaamste aan doening herlezen die regels: Nu, zijn de uren afgeloopen, Waarin ge als knaap den drijftol joegt; Of, langs mijn knieën opgekropen, Het eerst mij naar uw' Schepper vroegt. Nu zal mijn hart alleen 't mij zeggen, Dat d'avondgroet ontbeert van 't kind Als ik mijn hoofd ter rust ga leggen Dat ik een' zoon hebdie mij mint. Nu neem mijn' raad en lessen mede; Wat kan een vader meerder biên, Wiens hoop ligt in zijn dierste bede Dat hij den zoon eens weer mag zien Mag weêrzien zonder angstig schrikken Voor 't zonden schandmerk in 't gezigt, Maar (mogt hetl) met deez' open blikken, Waar d'onschuld nog der ziel in ligt. Bedenkbedenk de bange zorgen Waarmeê gij nu mij worstlen ziet, En dat voor 't laatst nog niet meer morgen U 't wakend vaderoog bespiedt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1958 | | pagina 96