IroUbjj^My1
Een bourgondisch harnas
herinrichting in 1965 ter hand werd genomen. Niet alleen zal hier de herinnering
aan het „oude K.N.I.L.' worden levendig gehouden, evenals aan de inspanning,
die het nederlandse volk zich na 1945 heeft gegeven om orde en vrede in de
Archipel te herstellen, maar tevens zullen de huidige en komende generaties kun
nen zien dat - onder de bescherming der wapenen - toch „iets groots verricht"
werd. In onze tijd bestaat niet alleen de neiging om te vergeten, dat het heden uit
het verleden groeit en nog steeds voortgaat te groeien, maar ook om dit verleden
te meten met de maatstaven van het heden. Na de voltooiing zal deze zaal op
indringende visuele wijze de bezoekers doen zien, dat „zwaardmacht" en construc
tieve arbeid elkaar kunnen completeren en in het huidige Indonesië grondslagen
hebben gelegd, waarvan dit zich evenmin zal kunnen losmaken als West-Europa
van het Romeinse rijk.
Zo wil het zich steeds verder ontwikkelende Leger- en Wapenmuseum binnen het
nederlandse volk een tegenwicht vormen tegen de ontbindende krachten, die zich
daarin voelbaar maken en er van getuigen, dat dit volk als een natie zal blijven
voortbestaan „zolang de leeuw zal dragen zijn zwaard en zijne kroon".
Moge dit zijn tot in lengte van dagen
10
door: Drs. R. B. F. v. d. Sloot,
Conservator Hoofd. afd. I
Een der belangrijkste aanwinsten, welke in 1965 konden worden opgesteld, is
ongetwijfeld het harnas, dat wij reeds in september 1964 in bruikleen mochten
ontvangen van het Historisch Museum van de stad Rotterdam.
Het betreft hier een harnas, dat weliswaar is samengesteld uit in verschillende
perioden vervaardigde onderdelen, maar waarvan de belangrijkste delen in de
tweede helft van de 15e eeuw zijn te dateren.
Het bestaat uit de volgende onderdelen: een „salade" of „Schaller"-helm, welke
niet origineel is, een halskraag, twee losse achtkantige schijven of „besagews" ter
bescherming van de oksels, een borststuk en een rugstuk, twee volledige arm-
beschermingen, een linker handschoen, twee volledige beenbeschermers met af
neembare ijzeren schoenen of „sabatons".
De kwaliteit van alle onderdelen is uitzonderlijk goed te noemen; zo bevinden
zich nog overal de oorspronkelijke lederen riemen aan de binnenzijde, terwijl er
nagenoeg geen latere restauraties aan zijn uitgevoerd. Opmerkelijk is, dat alle
onderdelen aan de binnenzijde dezelfde oude patina tonen, terwijl de lederen
riemen alle in dezelfde mate door ouderdom zijn verhard. Dit wijst er op, dat de
verschillende onderdelen zeker reeds zeer lang zijn samengesteld.
Het belangrijkste is dit harnas echter door het feit, dat er nog slechts één andere
en eveneens samengestelde wapenrusting van dit type bekend was. Dit tot voor
kort enig bekende exemplaar bevindt zich in het Historisches Museum te Luzern
(Cat. nr. 11) en stamt vrijwel zeker uit de buit, welke de Zwitsers in 1476/77 op
de Bourgondische legers behaalden.
Aangezien het harnas te Luzern van oudsher in het bezit van de familie Feer is
geweest, spreekt men in de vakliteratuur - zoals wij dit ook in dit artikel verder
zullen doen van de „Feerenrüstung".
De belangrijkste onderdelen van het harnas te Leiden zijn het borst- en rugstuk
(afb. 1: A, B) en deze zijn ook het gemakkelijkst te dateren; de overige onder
delen zijn in feite niet nauwkeurig te dateren, omdat zij naast een aantal elementen
uit het einde van de 15e eeuw ook enige technische vernieuwingen uit het begin
van de 16e eeuw tonen. Het ontbreken van vergelijkingsmateriaal maakt het
dateren van dergelijke onderdelen in Nederland zeer moeilijk.
Het reeds genoemde borst- en rugstuk van het harnas te Leiden, is in vrijwel alle
opzichten identiek aan die van de Feerenrüstung, welke in circa 1470 moeten zijn
gemaakt. Het borststuk te Luzern heeft echter in afwijking met dat te Leiden aan
de rechterzijde vier gaten, waarmede oorspronkelijk de haak was bevestigd, welke
tot steun voor de lans diende, terwijl het daarbij behorende rugstuk drie ingeslagen
merken draagt van een harnassmid uit Milaan.
De grote gelijkenis in vorm en kwaliteit tussen het borst- en rugstuk te Leiden
en die te Luzern, maken een datering van deze onderdelen te Leiden in circa
1470 mogelijk.
Het voorkomen van Italiaanse merken op een Bourgondische wapenrusting, zoals
de Feerenrüstung, kan als volgt worden verklaard. Uit documenten en bewaard
11