Voorzijde van de door de Prins van Oranje, gedurende de Slag bij Waterloo, gedragen dolman.
Verzameling: Koninklijk Huisarchief te 's-Gravenhage.
Restauratie: Legermuseum te Leiden.
Achterzijde van de door de Prins van Oranje, gedurende de Slag bij Waterloo, gedragen dolman.
Verzameling: Koninklijk Huisarchief te 's-Gravenhage.
Restauratie: Legermuseum te Leiden.
het Gulden Vlies, in welke orde hij op 12 augustus 1814 werd geïnstalleerd. De
Prins was toen dus reeds „full general".
De sabeltas, welke op dit portret voorkomt, levert een bewijs te meer op dat het
hier niet om een uniform gaat van het engelse 10e regiment huzaren.
Op het blad van deze sabeltas komt wel de G. R. met kroon voor, doch het
embleem van het regiment (de 3 veren met het motto „Ich Dien") ontbreekt.
Laten wij nu terugkeren tot ons uitgangspunt, de Waterloo-uniform. Wij zien
belangrijke afwijkingen met de hierboven gedetailleerde beschrijving. In de eerste
plaats is er de hoed met de befaamde witte vederbos. Deze is ontegenzeggelijk die
van een nederlandse generaal, gezien de oranje cocarde. Volgens de reglementen
zou echter hierop een staande pluim van witte veren moeten worden gedragen.
Derhalve zien wij niet alleen een afwijking van de algemene „stijl" van de huzaren
uniform dit kwam in de napoleontische tijd wel meer voor maar bovendien
een bewust afwijken van de bestaande nederlandse reglementen.
Voorts ontbreken enkele uniformstukken, die als essentieel voor de huzaren
uniform moeten worden beschouwd en die, normaliter, ook steeds door de engelse
cavaleriegeneraals werden gedragen, te weten: de huzarensjerp van gouden snoe
ren met karmijnrode schuivers, de giberne en de sabeltas.
Resumerend zou ik derhalve de Waterloo-uniform willen omschrijven als die van
een generaal van de engelse huzaren en hiermede kan Mr. W. Y. Carman,
Acting Director van het National Army Museum en een der grootste experts op
het gebied van engelse uniformen zich verenigen zij het echter met verschillende
afwijkingen.
Gezien de vrijheden, die de engelse generaals en stafofficieren zich op het gebied
van de uniform veroorloofden (Wellington droeg bij Waterloo zelfs een donker
blauwe burgerjas met een grote Spaanse cape van dezelfde kleur, terwijl Picton
in een frock-coat en met een gewone „beaverhat" op het hoofd zou zijn gesneu
veld), mogen deze afwijkingen evenwel niet „opzienbarend" worden genoemd.
Geraadpleegde literatuur: P. W. Reynolds Verzamelde uniformkundige aante
keningen. Victoria and Albert Mu
seum, Londen.
W. Y. Carman The Marquess of Anglesey, Tradi
tion, Nr. 10, 1965.
W. Y. Carman "The Battle of Waterloo" by Den
nis Dighton, Journal of the Society
for Army Historical Research, Vol.
XLIII Nr. 174.
21