24 Door hen werden een zestal stukken opgeplakt. Allereerst een ruitervaantje uit de Tachtigjarige Oorlog, bestaande uit twee lagen beschilderde zijde; op de éne zijde de Habsburgse adelaar en op de andere zijde het Bourgondische takkenkruis. De beide lagen konden worden losgetornd, waarna beide helften werden opgeplakt en weer tegen elkaar gehecht. Verder waren er twee paukenschorten, eveneens van beschilderde zijde uit de spaanse Successie-oorlog en twee dergelijke exem plaren van verschillend gekleurde stukken zijde in de Wittelsbach-kleuren uit dezelfde oorlog. Tenslotte is nog een russische vlag behandeld, welke was ver overd bij Bergen in 1789. Deze had een beschilderd zijden medaillon, dat is omgeven door straalvormig samengevoegde stukken zijde. Na het opplakken is dit alles ter verdere afwerking overgebracht naar Haarlem. Hierbij waren twee oosterse vlaggen van katoen (niet behandeld in Delft), waar voor opplakken niet noodzakelijk werd geacht en die alleen van voering zijn voorzien, en tenslotte een driehoekige tweepuntige vaan uit de spaanse Successie oorlog, die nog in redelijke toestand verkeerde en is ingenaaid in zijden crêpeline. Toen daarna werd besloten de rest van de vlaggen op analogische wijze te laten behandelen, is de verzameling die in opgerolde toestand op rekken in een kamertje in het sousterrain van het Departement was opgeborgen in ogenschouw genomen. Door ruimtegebrek was een goede bezichtiging niet mogelijk. Wel werd echter de indruk verkregen, dat het niet was uitgesloten dat er bij de verzameling als aparte nummers gerangschikte exemplaren waren, die in werkelijkheid bij elkaar hadden gehoord. Het leek dus raadzaam alvorens een werkprogramma op te stellen eerst een grondige herinventarisatie te ondernemen. Dit werk is in 1961 door de heer J. B. Kist (destijds aan het Legermuseum verbonden) en onder getekende verricht. Alle exemplaren zijn stuk voor stuk van het bergkamertje naar één van de salons van het Departement overgebracht, waar ze konden wor den uitgerold en zo goed mogelijk werden bekeken, beschreven en gemeten. Veel hinder werd hierbij ondervonden door het omringende gaas en wolken stof, die uit de vlaggen opdwarrelde. Het werd echter niet raadzaam geacht het gaas direct te verwijderen ook al was dit volledig verteerd maar het bood tenmin ste nog enige steun aan de soms wel zeer decadente resten van de vlaggen. Omdat de eisen voor de conservering op andere dan historische gronden berusten, werden de vlaggen in groepen verdeeld, naar het gebruikte materiaal en de toe stand waarin zij zich bevonden. Daarna pas werd de herkomst in aanmerking genomen. De verzameling viel op deze wijze in de volgende categorieën uiteen: 1) Zijden vlaggen: a) Spaanse landvlaggen (Turnhout en Nieuwpoort) b) Franse Compagniesvlaggen (Spaanse Successie-oorlog) c) Oosterse vlaggen De laatste categorie verkeert in verreweg de beste conditie. Wel vertoont dit materiaal hier en daar gleeën en is het sterk verteerd, doch op een enkele uitzondering na waren ze volledig aanwezig. De franse vlaggen waren er veel ernstiger aan toe. Geen enkel exemplaar is volledig. Er lagen hiervan grote delen als losse stukken en stukjes tussen het gaas. Wel was bij alle exemplaren de tekening duidelijk te onderscheiden en er is op dit Mevrouw Ir. J. M. Diehl en de heren C. J. Boode en Drs. J. G. Kerkhoven bestuderen de reeds geïmpregneerde fragmenten van een spaanse „bandera" (=vendelvlag) uit 1600 (nr. L 42 VI. 180). Het Bourgondische kruis en motieven in boven- en benedenkwartier zijn duidelijk te herkennen. Maandenlang en vaak zonder resultaat moesten tientallen fragmenten van spaanse trofeeën gemeten, geschetst en vergeleken worden, alvorens de heer Boode een zestal betrouwbare reconstructietekeningen kon uitwerken, welke de grondslag zullen vormen voor de uiteinde lijke restauraties van evenzoveel spaanse vlaggen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Arma | 1966 | | pagina 28