Ten geleide
7
Het is mij een voorrecht U hierbij de tweede aflevering van de door het Leger
museum verzorgde publikatie „Armamentaria" ter kennisneming aan te bieden.
De van vele zijden, na het verschijnen van „Armamentaria" I, ontvangen gunstige
reacties rechtvaardigen de conclusie dat de splitsing van het jaarverslag van het
Legermuseum in een strikt zakelijk en wetenschappelijk deel een gelukkige gedachte
is geweest.
Een jaarverslag is onvermijdelijk aan bepaalde beperkingen onderhevig, waardoor
in het verleden, voor het opnemen van in wetenschappelijk opzicht verantwoorde
bijdragen, een te bescheiden aantal pagina's beschikbaar bleef.
Het was hierdoor moeilijk een van wetenschappelijk belang zijnd onderwerp op de
daartoe geëigende wijze te benaderen. Bovendien zijn er vele onderwerpen die reeds
door hun aard een te gecomprimeerde behandeling onmogelijk maken.
Eén hiervan is het zich allengs uitbreidende bezit van gerestaureerde trofeeën in ons
museum, waarvoor gedurende de laatste jaren een toenemende belangstelling valt
waar te nemen.
De heer Drs. J. G. Kerkhoven werd bereid gevonden aan deze in menig opzicht zo
interessante materie waarover tot en met heden nimmer een samenvattende
publikatie is verschenen een historische studie te wijden waarvan de resultaten
U ter lezing worden aangeboden.
Aan deze arbeid moesten niet alleen qua tijdsduur, doch eveneens qua omvang,
grenzen worden gesteld wilde het resultaat leesbaar en toegankelijk blijven voor
een bredere lezerskring. Binnen het raam dezer beperkingen heeft de heer Kerkhoven
zich op een zeer te waarderen wijze van zijn taak gekweten.
Deze studie bezit niet de pretentie geheel volledig te zijn, nóch is het mogelijk de
velerlei historische gegevens uitputtend te behandelen zonder de grenzen van een
„Handzaam geschrift" verre te overschrijden.
De arbeid van de heer Kerkhoven steunt op met grote zorg en inzicht van zaken
geselecteerd bronnenmateriaal, welks bijeenbrenging een uitgebreide correspon
dentie eveneens met Spaanse en italiaanse musea en archieven met zich mede
bracht.
De heer C. G. Boode vervaardigde voor deze publikatie een aantal zeer fraaie
aquarellen, gebaseerd op de te Haarlem gemaakte reconstructietekeningen der te
restaureren vaandels die ten dele in deze uitgave werden opgenomen.
Aan de herinrichting en modernisering van ons museum wordt evenals aan de
gedurende het jaar 1966 verworven nieuwe aanwinsten ook in deze tweede
aflevering de gebruikelijke aandacht besteed.
Mocht aan deze tweede publikatie een zelfde gunstige ontvangst ten deel vallen als
aan „Armamentaria" I, dan zal zulks zeker bijdragen tot de belangstelling voor ons
museum.
A. C. Paardekooper, directeur
