De Spaanse beroepssoldaat, naar heilige overtuiging vechtend voor Dios, Patria y Rey in een „ketters" gebied, was zeer trots op zijn vaandels, zijn eer en zijn regiment. Muiten deed hij niet dadelijk als er geen soldij of voedsel was, in tegenstelling tot de gehuurde Duitse en Waalse soldaten, maar wél als hij meende achtergesteld of be ledigd te zijn. En dit laatste was zo'n koppige en eigenzinnige Spaanse veteraan heel snel, vooral tegenover niet-Spaanse bevelhebbers. Bij echte of vermeende bespotting van zijn geloof ontstak hij in razende woede en oefende blinde wraakzucht zo gauw hij er de gelegenheid voor kreeg. Zijn vaandel beschouwde hij als een teken van autoriteit van de koninklijke macht. De „bandera" vertegenwoordigde zelfs „la persona real" van de koning zelf. In de nabijheid van het vaandel mocht niet worden geschreeuwd, gescholden of onder elkaar gevochten en rustende soldaten moesten hun geliefd dobbelspel staken als het vaandel voorbijkwam. De „alfarez" of vaandeldrager moest immer bij zijn vaandel blijven. Verlating om welke reden ook, zelfs door persoonlijke uitdaging kon onthoofding en in elk geval degradatie met zich meebrengen. Bernardo de Mendoza verhaalt hoe tijdens een nachtelijke storm, gedurende het Beleg van Alkmaar in 1573, twee vaandels werden weggeblazen, terwijl de vaan drigs een schuilplaats hadden gezocht, hetgeen hun op degradatie kwam te staan: „De sorte que tout le camp fut quasi en route, les soldats se separans et escartans aux lieux oü ils se pouvoient garentir de la tempeste et de la pluye, ce qui causa a deux portenseignes Ia perte de leurs drapeaux et la privation de leurs charge par Don Fadrigue, pour le peu de comte qu'ils avoient faict d'iceux." In zijn boek over de Guerras Civiles schreef Carnero, die in de Nederlanden als soldaat had gediend, hoe drie Spaanse tercio's die zich onvoorzichtig genoeg te ver in de Bommelerwaard hadden gewaagd, door de tegenpartij werden afgesneden en geblokkeerd. De honger deed zich gevoelen en men besloot eerst de vaandels te verbranden. Toen er geen uitweg meer was bevroor door ingevallen vorst het onder gelopen gebied, waardoor de blokkade inderhaast werd opgeheven en de Spanjaarden de weg terug vonden. Een andere Spaanse soldaat, die onder Parma diende, beschreef hoe in 1592 het beroemde Tercio Viejo op ongerechtvaardigde wijze door Parma werd ontbonden, nadat hun maestro de campo (kolonel) Don Sancho met Von Mansfeld ruzie had gehad over een bepaald bevel. De in hun eer aangetaste vaandrigs scheurden daarop de vaandels in repen en braken de stokken; officieren en onder officieren braken spontons en hellebaarden, terwijl de tamboers en trompetters hun instrumenten kapot trapten. De recruten in het hedendaagse Spaanse leger horen na afloop van hun eerste oefen tijd eerst een Mis in de open lucht, paraderen vervolgens en leggen daarna collectief een eed af. Dan vormen zij één lange rij en defileren met ongedekt hoofd voor het regimentsvaandel, waarvan zij in het voorbijgaan een gevatte slip kussen. Het geheel geschiedt in marstempo onder pittige muziek. Tot besluit wordt een frontcolonne gevormd, waarna de recruten in rotten van drie met gebogen en ongedekt hoofd onder het opgehouden vaandel doormarcheren. 13

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Arma | 1967 | | pagina 27