De Trofeeën van Turnhout 1597
Stadhouder Maurits deed met zijn nieuwgevormde leger, georganiseerd volgens de
regels van de laat-Griekse schrijver Ailianos de krijgskans keren. Aanvankelijk werd
hij daarbij geholpen door Koning Philips II zelf, die met het wegzenden van Parma
naar Frankrijk de mogelijkheid tot de z.g. „Tien jaren" (15881598) had gegeven.
Maurits greep zijn kans direct en met een voor die tijd verrassende snelheid dook
hij dan hier, dan daar op en veroverde een aantal belangrijke vestingen na korte
belegeringen op zwakke en vaak geïsoleerde garnizoenen.
Evenwel bleek de betekenis van het door hem ingevoerde tactische gebruik van
kleinere groepen, de opvoering van de vuurkracht der infanterie en de snelheid
van de met vuurroers uitgeruste cavalerie in het gevecht te velde. De overwinningen
bij Turnhout en Nieuwpoort vormen hiervan de bewijzen.
Vier „Spaanse" regimenten, bestaande uit Duitsers, Walen en Napolitanen en vijf
deels Spaanse cavaleriecompagnieën, werden op 24 januari 1957 op de Tielse heide
bij Turnhout aangevallen door Staatse en Engelse troepen onder Maurits. De Spaanse
cavalerie wendde na een onstuimige Staatse aanval de teugel en liet de infanterie
zonder enige dekking. Duitsers en Walen werden in de rechterflank gegrepen en
teruggeworpen op de Italianen. In de verwarring schoten dezen te snel hun musketten
af en „sloten die spiessen niet dicht te samen, maar lieten se soo wijt van malkander
als in een tochtordre; bedeckten ook die vaendels (die in elk regiment een middelste
gelit maeckten) niet ten beyden zijden met spiessen, soo dat Prins Maurits' ruyterij
door deze openinghe den eersten inbreuck deden zoals Van Reyd mededeelt.
Afschuwelijk werd vervolgens onder de opeengepakte infanterie huisgehouden:
daer mocht men sien dat deur dese desordre elcken slach ende schoote
een mensch 't leven nam, want in min dan een cleyn half ure werden van
dit vole over de twee duysent dood geslagen ende cregen alle de vaandels
van dese vier regimenten die in 't ghetal acht ende dertigh waeren ende
daertoe noch de cornette van Don Alonso de Montdragon ende een
banderolle van soetelaers,"
volgens Pieter Bor.
Over Geertruidenberg reisde Maurits terug naar Den Haag, waar hij plechtig werd
begroet door de Staten-Generaal en de Staten van Holland,
„daer mede brenghende XXXVIII vaendelen, die hy aldaer dede op-
hanghen opde grootte sale met een cornette der ruyterye ende een bande
rolle van de soetelaers, ende dede God alom openbaerlick dancken van
sijn victorie,"
zoals Van Meeteren opsomt.
Het ophangen van de trofeeën had plaats op 4 februari d.a.v. Nog diezelfde dag
besloten de Staten-Generaal om aan iedere soldaat die een veroverd vaandel aan
Maurits had gebracht, dertig gulden beloning toe te kennen en 45 gulden aan hem
die de standaard van Mondragon had gegrepen, toen de vaandrig bij het terugwijken
14