Met zware verliezen week hij terug op Oostende. Liefst zeventien vaandels werden
door de tegenstander buitgemaakt.
Maurits verzweeg het bericht van de nederlaag, terwijl hij nu snel zijn troepen over
de haven bracht. In de late morgen van 2 Juli stelde hij vervolgens zijn troepen in
drie linies op het strand bij Nieuwpoort op. Zijn bewegelijke formaties omvatten 96
vendels infanterie, waaronder Hollandse, Friese en Utrechtse, maar ook Engelse,
Franse, Waalse, Zwitserse en Duitse. Op de flanken en in de tussenruimten waren
twaalf compagnieën ruiterij opgesteld en zes stukken geschut. Om een eventuele
vlucht te beletten, stuurde Maurits zijn schepen weg en liet de bruggen over de haven
van Nieuwpoort afbreken.
Hiertegenover stelde de Spaanse aanvoerder, Mendoza, Admiraal van Arragon, zijn
beproefde tercio's op in diepe slaghopen met compagnieën musketiers en haakbus-
schutters in de voorste en achterste gelederen.
In totaal waren er ruim 90 vendels Spanjaarden, Italianen en Walen, alsmede tien
compagnieën ruiters op de flanken.
Langs het strand stonden onder de persoonlijke leiding van Mendoza de
„ghemuytineerde" piekeniers en ruiters.
Nog vóór de middag begon een verwoede strijd, waarin Maurits telkens de Spaanse
ruiterij langs het strand en in de duinen aanviel. De tercio's infanterie wonnen stap
voor stap terrein in verwoede gevechten, waarbij generlei krimp noch genade werd
gegeven en het bloed bij stromen vloeide. Maurits' linies braken evenwel niet, hoewel
zijn ruiterij een ogenblik het onderspit dreigde te delven. Overal was de Stadhouder
aawezig en wist verscheidene malen met de degen in de hand een crisis te over
winnen en zijn troepen opnieuw te laten aanvallen. De derde cavalerie-aanval dreef
de Spaanse ruiters van de duinen af, waardoor dezen boven op hun eigen infanterie
werden geworpen. Deze had al 25 vaandels op de Staatsen veroverd toen vlak achter
de terugwijkende eigen ruiters Staatse cavalerie de Spanjaarden in hun ontblote
linkerflank greep.
Een dreigende situatie sloeg in enkele ogenblikken om in een overwinning. De
Spanjaarden gaven hun veroverd strand terrein prijs, waarna hun beginnende terug
tocht door een laatste aanval der Staatse cavalerie en infanterie in een volslagen
vlucht eindigde.
De verliezen waren aan beide zijden zeer ernstig; bijna 7.000 doden en gewonden
lagen verspreid in de duinen en op het strand. Maurits moest van een verdere ver
volging afzien na zijn overwinning, die een dubbeltje op zijn kant was geweest. In
echt calvinistische geest schreef daags daarna de Haagse predikant Ds. Uyt ten
Bogaert, die de hele campagne had meegemaakt, o.a.:
„De victorie is soodanich gheweest, dat ons volck tot driemael toe heeft
beginnen te deinsen ende by naest te vluchten, ende scheen Godt twee
uyren lang voor den vyandt te vechten, totdat ten lesten de vyandt door
eenen nieuwen gheweldighen aanval in de vlucht ghedreven is gheweest."
Ongeveer 800 vijandelijke soldaten onder wie zich ook de Admiraal van Arragon
bevond werden gevangen genomen en een massa trofeeën buitgemaakt. Everhard
van Reyd deelt mede, dat:
honderd ende vijf vlieghende vaendels met drie ruitervanen (daer
16