Op 30 juni 1703 vond bij Eekeren ten Westen van Antwerpen gelegen een
veldslag tussen Staatse troepen onder Slangenburgh en Franse troepen onder Bouff-
lers plaats. Toen Franse infanterie een omtrekkende beweging uitvoerde, deden drie
Staatse cavalerieregimenten een succesvolle aanval over een weldra met bloed door
trokken dijk. Zes vaandels, twee standaards en een paar keteltrommen werden ver
overd. Het gelukte de Staatse troepen daarna in goede orde op Lillo terug te trekken.
De veroverde zegetekens werden op 10 juli d.a.v. in triomf van het Leidse Veer
naar het Binnenhof in Den Haag overgebracht en een paar dagen later in de Grote
Zaal opgehangen.
Er zouden er meer opgehangen kunnen zijn, want Slangenburgh deelde op 6 juli in
zijn rapport aan de Staten-Generaal o.a. mede:
des syn noch verscheyde vaendels na dat berigt verovert, maar de
soldaten hebben dy op stucken gescheurt en carwatten halsdoeken)
en neusdoecken van gemaeckt
Ook de soldaten van Washington gebruikten Engelse en Hessische vaandels na de
slag bij Saratoga (1777) voor zulke doeleinden; misschien zou het gebruik van bont
gekleurde halsdoeken in het Amerikaanse leger daarop terug gaan
De enige bewaarde trofee van Eekeren (C.K. 31) vormt volgens Anna Beek
een stel paukenschorten, afkomstig van het Beierse cavalerieregiment De Maigny, die
een eenvoudig blauw-wit ruitenpatroon hebben met kwastjes langs de randen. Deze
zouden door het Staatse regiment Cannenburg zijn veroverd.
Eveneens in het jaar 1703 vond op 15 november bij Spiers een veldslag plaats,
waarbij de Franse Maarschalk Tallard het bondgenootschappelijk leger versloeg en
50 vaandels en standaards buitmaakte. Een totale nederlaag werd ook hier voorkomen
door een verrassende cavaleriecharge vanuit de geallieerde rechtervleugel, waarin de
Staatse ruiterij een ruim aandeel had. Haar commandant Van Rechteren kon 19
standaards en vijf paar keteltrommen als trofeeën naar Den Haag sturen. Anna Beek
geeft echter 11 standaards en vaandels en twee paar keteltrommen aan. Van de door
haar vermelde regimenten komen er slechts enkele in de Franse „ordre de bataille"
voor. De twee gerestaureerde trofeeën worden respectievelijk toegeschreven aan het
Régiment de Dragons du Roy (L.13) nl. een geheel rode ruiterstandaard en
aan het Régiment de Bellefort (L. 40) een vaandel bestaande uit een wit kruis op
een geheel rood veld.
Van een oorspronkelijke grote collectie trofeeën, afkomstig van de slag bij Ra-
millies ten Noorden van Kamerijk op 23 mei 1706, bleven slechts drie vaandels
over. In deze door Marlborough schitterend geleide slag, waarin Villeroy werd
verslagen, brachten plotseling opduikende cavaleriemassa's die door een terrein
plooi heen rijdende de Franse linkerflank aanvielen de beslissing. Een op tijd toe
gebrachte stoot in het centrum veroorzaakte daarop een algemene vlucht onder de
Fransen. Opnieuw speelde Nederlandse cavalerie, onder Van Nassau-Ouwerkerk,
hierbij een belangrijke rol. De Staatse troepen alleen al veroverden 47 vaandels, 18
standaards en 9 keteltrommen. De trotse cavalerie van het Maison du Roy was
deerlijk toegetakeld. Brabant en Vlaanderen gingen voor de Fransen verloren en de
trotse Zonnekoning liet met de hoed in de hand om vredesvoorwaarden vragen.
Tijdens de vlucht viel een Franse b gadier met een ruiterstandaard in een sloot. Een
andere ruiter nam de standaard over en toen later de brigadier daarvan melding
26