32
uiteinden der linten, schitterde de keizerlijke kroon. Tussen de vier armen van het
kruis waren banen van verschillende kleuren.
Bovenomschreven vaandels waren tussen 1796 en 1798 door czaar Paul I aan ver
schillende regimenten overhandigd. Van deze regimenten werden er in 1799 enkele
naar Engeland ingescheept, ingevolge een verbond tot hulp in troepen, door Rusland
te leveren.
Tussen Huisduinen en Callantsoog gingen op 27 augustus van dat jaar sterke Engelse
strijdkrachten aan land. Zij zagen kans om reeds dadelijk de numeriek zwakkere
Bataafse en Franse strijdkrachten terug te dringen tot een inundatiestelling, die van
Monnikendam tot Wijk aan Zee liep.
Nadat een „Gallo-Bataafse" tegenaanval op 10 september totaal mislukte, gingen de
Engelsen en inmiddels gedebarkeerde Russen tot hernieuwde actie over en wel op
19 september. Hun rechterkolonne, bestaande uit 9.000 hongerige Russen en 2.500
Engelsen, onder bevel van de vergrijsde Russische Generaal Hermann, trok via
Kamp en Groet snel op naar Schoorldam en Bergen. De onstuimig en veel te ver
doorstotende Russen, bij wie orde en terreinkennis ontbraken, veroverden op ver
rassende wijze beide dorpen. De naar achter en opzij uitgeweken Fransen onder
Vandamme werden inderhaast met troepen uit Alkmaar versterkt, onder wie ook
Bataven van de divisie Dumonceau.
Vervolgens werden de Russische flanken vanuit de toentertijd dichtbeboste duinen
en geestgronden aangevallen. Rond en in het dorp Bergen ontstond een vreselijk
handgemeen achter heggen en in huizen, waarbij de Franse 42e Demi-Brigade de
Russen achteruitdreef. Deze verloren het dorp en zonder munitie vluchtten zij in
paniek naar hun uitgangsstellingen bij de Zijpe terug. Generaal Hermann werd met
een groot aantal andere Russen gevangengenomen, nadat zijn troepen zware verliezen
hadden geleden.
Generaal Brune, bevelhebber van de Franse troepen in Noord-Holland, schreef aan
zijn Minister van Oorlog hierover:
„Le résultat de Faction est de deux mille prisonniers, plus de trois mille
morts oü blessés, vingt-huit pièces de canon et cinq drapeaux, dont ceux
des régiments de Fersen et Souwarow."
Deze opgave, verschilt wel veel van die van de Russische compagniescommandant
Doubiansky, die met het regiment Tobolsk aan de gevechten deelnam en slechts
één vaandel en vijf kanonnen als verlies opgaf.
Geen van beide was echter juist, want dezelfde Generaal Brune stuurde zijn
Adjudant, de Generaal Clément niet met vijf, maar met zeven bij Bergen veroverde
Russische vaandels naar Parijs. De bedoeling was om die door gewone militairen aan
de Minister van Oorlog ter hand te stellen tijdens een openbare zitting van het Uit
voerend Bewind. Daarop deed echter de Bataafse Gezant te Parijs, Mr. R. J. Schim-
melpenninck, zijn beklag bij de Minister van Buitenlandse Zaken over deze z.i. mis
kenning van het Bataafs recht op gemeenschappelijke trofeeën. Hem werd daarop
medegedeeld, dat drie vaandels naar Den Haag zouden terugkeren. Dit gebaar was
lankmoedig, aangezien geen Bataaf aan de verovering daarvan te pas was gekomen
en bovendien de Fransen zich tijdens de gevechten van een betere kant hadden laten
kennen dan hun Bataafse bondgenoten.
Op 17 oktober 1799 trok in een plechtige optocht de commissie van aanbieding