De Balans rond 1800
„Intocht" in Amsterdam 1806
34
Een keizerlijke dagorder van 4 november 1799 maakte het verlies van dit vaandel
aan het Russische leger bekend, waarin tevens werd medegedeeld, dat het regiment
Van Benckendorf geen vaandels meer zou ontvangen. Toen later evenwel werd ont
dekt, dat dit regiment bij Bergen een Frans vaandel had veroverd, werd de keizerlijke
sanctie weer ingetrokken, waarna in 1800 het verloren vaandel werd vervangen.
Indien we naast dit Russische vaandel een Spaans exemplaar uit 1600 of een Frans
uit 1709 plaatsen, dan blijkt de grootte van die veldtekens telkens minder te
worden. De grote slaghopen hadden plaats gemaakt voor in linie opgestelde bataljons
gekleed in vastomschreven uniformen, waardoor het vaandel als veldteken kleiner
van formaat kon worden; in onze vergelijking dus van 4 naar D/2 rneter in twee
eeuwen tijd.
Indien wij nogmaals recapituleren wat er aan legertrofeeën in de Grote Zaal te Den
Haag werd opgehangen, dan komen we tot een totaal van minstens 128 Spaanse
vaandels en 6 dito standaards.
Daarbij nemen wij aan, dat na de Slag bij Nieuwpoort geen trofeeën uit de strijd te
land tijdens de 80-jarige Oorlog aldaar zijn opgehangen.
Eveneens aannemende, dat Pola en Hogerberg in hun series trofeeën uit de Spaanse
Successie-oorlog géén exemplaren uit de oorlogen met Lodewijk XIV vóór 1700
hebben afgebeeld en zij hebben gezien wat zij graveerden, dan tellen wij in totaal
163 Franse vaandels, 23 standaards, 9 stel pauken en 47 stokken met of zonder
flarden uit die periode.
We weten echter, dat het aantal der afgebeelde trofeeën veel minder is dan de
totalen, welke de gedeputeerden te velde naar de Staten-Generaal stuurden. De hier
boven opgegeven aantallen Franse trofeeën moeten dus als een minimum worden
aangenomen.
Daarbij voegen wij dan nog de zo juist beschreven serie van drie Russische vaandels,
zodat er in totaal minstens 134 Spaanse, 243 Franse en 3 Russische vaandels en
standaards moeten zijn opgehangen, benevens 9 paukenstellen en 3 trompetten.
De zojuist vermelde recapitulatie was nodig om de oorspronkelijke grootte van de
collectie trofeeën voor ogen te houden. Koning Lodewijk Napoleon (18061810),
grillig en onzeker in besluiten en daden, besloot nl. in de eerste maand van zijn
bewind alhier, zijn regeringszetel te vestigen in Amsterdam,
„Stad der Koophandel in Europaop alle Oceanen om haare zeevaard
geëerd."
Het was 's Konings verlangen,
„dat deze Hoofdstad meer en meer den rang en het aanzien verkrijge,
welke haar toekomt,"
zoals in zijn overwegingen over de verplaatsing was te lezen. Als een soort ouverture