37 Deze laatste was vroeger de z.g. Schepenkamer en ook daar waren de trofeeën boven de ingang opgehangen. In het magazijn stond een glazen kast, die met rood fluweel bekleed en met goud was afgezet, waarin een aantal helemaal of vrijwel kale vlagge- stokken waren opgeborgen, afkomstig van de collectie uit de „Grote Zaal" te Den Haag. De tand des tijds knaagde voortBij elke schoonmaak van de zalen of bij het heen en weer bewegen van de doeken door opstijgende warme lucht bij het gebruik van de kachels braken steeds nieuwe fragmenten van de ragfijne fragiele stof af. Grote naar omlaag gefladderde fragmenten werden door het personeel van het Paleis in een kistje bewaard. Maar hoeveel kleine delen zullen er niet zijn opgeveegd en in de vuilnisemmers gedaan? Elders in Europa was het niet anders; aan effectieve conservering dacht men toen nog niet, hoewel men hier als elders de trofeeëncollecties wel degelijk als roem ruchte overblijfselen van een vergane glorietijd bleef beschouwen. Op 4 april I860 richtte de toenmalige „archivaris van de hoofdstad en van Noord Holland", Dr. P. Scheltema, een adres aan Koning Willem III, waarin hij voorstelde de verzameling trofeeën in het Paleis op de Dam te ordenen. Door deze te ver enigen met veroverde dundoeken van elders wilde hij tevens een soort van trofeeën- museum aldaar tot stand brengen. In antwoord hierop liet de Koning Dr. Scheltema uitnodigen, de herkomst van de trofeeën te onderzoeken; het museumplan kon echter geen doorgang vinden. De adjunct-intendant had toen reeds een toewijzing identificatie) en beschrij ving der vlaggen gemaakt. Scheltema verklaarde zich met de toewijzing accoord. De collectie was in de Grote Zaal, de Troonzaal en het magazijn ondergebracht. De door de Archivaris zo genoemde „Westerse" trofeeën waren grotendeels vergaan; de kleuren waren verschoten en veranderd. De „Oosterse" trofeeën daarentegen waren in een veel betere toestand. Dr. Scheltema telde de vlaggestokken medegerekend in totaal 188 „Westerse" vlaggen, waamit hij 6 Engelse, 2 Portugese, 5 Franse, 2 Russische en 2 Nederlandse meende te herkennen. De rest zou van Spaanse afkomst zijn. De Engelse, Portu gese en Spaanse scheepsvlaggen waren ongetwijfeld te herkennen aan de op het doek afgebeelde wapens, terwijl ook de twee Russische vaandels en de Citadel- vlaggen- overigens géén trofeeën geen moeilijkheden opleverden. Vrij zeker heeft de Archivaris de restanten van 5 Compagniesvlaggen van het Regiment Rams- dorf (zie pagina 22) uit de Spaanse Successieoorlog afkomstig, die gouden lelies op een veld van azuur vertoonden, als de z.i. enige 5 Franse vaandels kunnen herkennen. De grote massa's verschoten en vrijwel kleurloze fragmenten werden gemakshalve maar als „Spaans" betiteld. Dr. Scheltema heeft de prenten van Anna Beek of Wou denberg niet geraadpleegd; blijkbaar wist hij van het bestaan ervan zelfs niets af. Ook hij stelde het verdwijnen van de bij de trofeeën behorende Franse pauken en Spaanse trompetten vast. Van de „Oosterse" trofeeën stelde de archivaris het aantal op 75 vast. Vervolgens bracht hij een verbetering in de plaatsing aan „opdat zij door eenieder bij een bezoek te beter zouden kunnen in ogenschouw worden genomen". De verdeling Oost-West werd strikt gehandhaafd, want boven de Westelijke ingang van de Grote Zaal van het Paleis werden 50 „Westerse" en boven de Oostelijke ingang 75 „Oosterse" vlaggen gehangen. Blijkens een litho uit die tijd door W. Hekking Jr. (18251904) vervaardigd,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Arma | 1967 | | pagina 76