I960—1966: Tastbare resultaten en toekomstplannen 44 op een speciaal daarvoor gemaakt rek in het magazijn van het Paleis en waren daar in 1939 door o.a. Dr. J. W. Wijn en in 1943 door Kolonel van Houten in ogen schouw genomen. Nadat de heer Smits de inventaris van Dr. van Luttervelt had bestudeerd, vatte hij het plan op om voorlopig geheel onofficieel en via andere kanalen eraan mede te werken de collectie in beheer van het Legermuseum te stellen. Zowel de Intendant der Koninklijke Paleizen, Jhr. Sickinghe, als de Raadadviseur in Algemene Dienst bij het Departement van Defensie, de heer P. Dregmans, zegden alle medewerking toe. Op 23 oktober 1959 bracht de heer Smits een bezoek aan het Paleis, waarbij hij van de collectie de indruk kreeg van „een stoffig en kleurloos geheel, opgeborgen op een metalen rek van buisijzer." De n tule gevatte doeken lagen opgerold op het rek en waar nodig waren deze hoezen in de afgelopen jaren vernieuwd of hersteld. Behalve de kast met vlaggestokken, zag de heer Smits ook nog een met fluweel beklede kist, die geheel was gevuld met snippers en grotere stukken van onbekende vaandeldoeken. Eveneens herkende de heer Smits een drietal trofeeën als pauken- schorten. Over zijn bevindingen richtte hij op 2 november 1959 een uitvoerige nota aan de Staatssecretaris van Defensie, de Generaal M. R. H. Calmeyer, waarin de heer Smits met klem adviseerde om stappen te ondernemen, die tot overbrenging naar een stofvrije ruimte in het Legermuseum zouden leiden. Dit als eerste stap tot de uit eindelijke restauratie. Na een persoonlijk onderhoud van de heer Smits met de Staatssecretaris werd deze laatste kort daarop in audiëntie bij H.M. Koningin Juliana ontvangen. Nadat de Generaal de stand van zaken had uiteengezet, stond de Koningin zonder enige voor waarden de trofeeën af. Op 16 februari I960 werden, nadat Jhr. Sickinghe een kort overzicht van de ge schiedenis der vaandelkwestie had gegeven, de trofeeën door hem aan de directeur van het Legermuseum, Kolonel Hartmans, overgedragen. In totaal 128 vaandels en vlaggen, 4 paukenschorten, 2 grote Citadel-vlaggen, een kistje met fragmenten en een collectie ongetelde restanten, werden voorlopig naar een sousterrain van het Departement van Defensie te Den Haag vervoerd, daar de zolders van het Leger museum te Leiden nog te vochtig waren voor bewaring. Terugblikkend op de lange periode, sinds Generaal Hoefer in 1929 met zijn actie begon, tot aan de uiteindelijke overdracht in I960 stellen wij vast dat de tijd nu ge heel rijp was voor de restauratie van een serie tijdsdocumenten uit de Nederlandse krijgsgeschiedenis, die hoe vreemd het ook moge lijken na dit lange en vaak teleurstellende relaas over de trofeeënkwestie, in hun soort hun weerga slechts in Stockholm of Madrid zullen vinden. Medio Februari I960 begon onder voorzitterschap van Kolonel Hartmans een werk- commissie waarin zitting hadden de heer J. B. Kist, voormalig hoofd van de Ille afdeling, mej. Dr. Leene en de heer Smits met een onderzoek naar de toestand van de trofeeën en naar de mogelijkheden om de restauratie in een regel matig tempo te doen uitvoeren. Het bleek, dat de aftakeling van de vaandels erger

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Arma | 1967 | | pagina 87