105 Spanjaarden op 14 October een Staatsolie bezetting van 25 man uit de abdij van Pestel verjoegenmen achtte 't voldoende om de garnizoens commandanten te waarschuwen „een waeckend oog te houden op de „uytheemsche tiouppes dewelcke in die quartieren ende daer ontrent syn „swevende Maastricht scheen met een bezetting van 40 compagnieën infanteiie en i compagnieën cavalerie voldoende „tegens surprinse" verzekerd te zijn, hoewel de compagnieën op verre niet voltallig, vele officieren afwezig waren (1). Turenne verzoende zich met den op 5 September 1651 meerderjarig geworden veertienjarigen Lodewijk XIV; hij kreeg het opperbevel tegen Condé, die weder in opstand was ge komen en noodzaakte hem Frankrijk te verlatenCondé sloot zich weder aan bij de Spanjaarden en de Lotharingers. In het voorjaar van 1658 was de Republiek genoodzaakt eenige troepen te \elde te biengen om paal en perk te stellen aan de bedrijven der Lotharingers, welke zich van 's-Hertogenrade en het aan de DuitscheOrde behooiende kasteel van Gemert hadden meester gemaakt, moord en plundering in de Meierij en elders pleegden. De zending van een trom petter naar Brussel om hertog Karel te bewegen zijne benden terug te roepen, haalde niets uit (2b De beschikbaar gestelde troepen, 39 com pagnieën cavalerie en 1000 musketiers, kwamen onder het opperbevel van den veldmaarschalk Johan Wolfert van Brederode, aan wien de commissaris-generaal van de cavalerie, de Rijngraaf van Salm, was toe gevoegd. De ruitervanen van Breda, Bergen-op-ZoomGorinchem en Geertruidenberg, 500 musketiers en 3 veldstukken van 12 verzamelden te 's-Hertogenbosclr en Heusden, de vanen uit de Rijn- en de IJssel- garnizoenen en 500 musketiers te Nijmegen, Grave en Ravestein; de dorpen Lith, Megen en Batenburg kregen elk 20 man bezetting. Adriaan de Hertaing, lieer van Marquette, voerde 14 compagnieën cavalerie aan. De infanterie, bestaande uit 1000 man „gecommandeerd volck", d. w. z. niet samengesteld uit eenheden maar uit compagnieën van ver schillende garnizoenen, kwam onder de bevelen van kolonel graaf Johan van Hornes, luitenant-kolonel Arent van Haersolïe en sergeant-majoor JohnSayer. De uitvoering dezer maatregelen vorderde, wegens vereischte toestemming der bondgenootenuiterst langzaam. Nadat Holland een voorschot van 10.000 verstrekt had, kon Brederode op 27 Januari uit 's-Gravenhage naar 's-Hertogenbosch vertrekken (3). Reeds op 1 Fe ci) Res. S. G. 2, 18 Januari, 15 Februari, 19 Maart, 12 Mei, 2, 17 Juni, 5,9, 27 Juli, 4, 8 October, 17, 19, 20, 29 December, Res. R. v. St. 3 Januari, 4 October 1650, Res. S. G. 13, 26, 30 Januari, 2, 21, 25 Februari, 3, 10 Maart, 4, 24 April, 2, 31 Mei, 1-3 Juli, 18, 19, 21, 24 October, 20, 30 November, 9 December, Res. R. v. St. 9 Januari, 22 Maart, 12426 April3 MeiG. V. 252629 April15 161920 Mei 1651G. P. B. II 295 dd. 30 Juni, verbod aan officieren om in vreemden dienst te treden. (2) Zie Aanteekening N° 15. (3) Res. S. G. 8, 13, 15, 18—20, 31 Januari, Seer. Res. S. G. 9, 10, 14, 16, 18, 22, 24, 25 27 Januari, Res. R. v. St. 10, 1115, 26 Januari, 15 Mei 1653,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 125