108
van zoogenaamd onwillige betalers en andere ongerechtigheden, om bij
de chambre mi partie als bewijzen van bezitrecht te doen gelden (1).
Ook in 1655 en 1656 schoot de Republiek te kort om de rampen,
waaraan de ongelukkige landen blootstonden, te voorkomen. Wel werd
bij plakkaat het gehoorzamen aan de bevelen van andere zijde verboden
en mochten belanghebbenden een beroep doen op de „stercke handt van
„den Heer Rhyngraeff"gouverneur van Maastricht,: maar hem ont
brak daartoe alle macht. Meestal hadden de „exactiën" bij nacht en
ontyden plaats, zoodat de daders lang verdwenen waren, alvorens
hulp kon opdagen, 't Beste hielp „executie van retorsie" doorals ver
goeding voor het geroofde, paarden en vee elders weg te halen. Het
kasteel van Leuth, toebehoorende aan graaf Adriaan Balthazar van
Flodroff, kreeg een sauvegarde van een vaandrig en 25 soldatenomdat
aldaar voortdurend vreemde troepen „voorbij sweefden", sinds kort ook
koninklijke Fransche troepen, die over Dinant en Bouvigny naar Dieden
hoven waren gekomen, waarheen zij buit en gevangenen voerden,
onverschillig of zulks onderdanen der Republiek of anderen aanging.
Het kasteel Rimburg en de stad Limburg dienden den Spanjaarden
voor gelijk doel als roofnesten (2). De Republiek toonde zich naar
alle zijden zwak. Prins George Frederik van Nassau, commandeur
van Rijnberk, wilde de burgerij tot bescherming van de omstreken
wapenen, maar moest zich daarvan op protest van den aartsbisschop
keurvorst van Keulen, aan wien de stad rechtens behoorde, onthouden.
De Staatsche bezetting van Gemert rukte op aandrang der Spaansche
regeering in. Gedurende den winter van 16561657 vergunde men aan
Spaansche- en Condé'sche troepen het eigen grondgebied te betreden om
zich naar hunne winterkwartieren te begeven. Vruchteloos stelde Gel
derland voor om eenig krijgsvolk en ammunitie ter beschikking te stellen
van prins Johan Maurits, als Brandenburgsch stadhouder te Cleve,
tot wering van vreemde troepen nabij de Geldersche grenzen, aan
gezien de provincie voor eigen grensbewaking zorgde: maar de Raad
van State belette haar om cavalerie tot waarneming over de grens
te zenden. Tegenover de Condé'sche troepen bepaalde de Republiek
zich tot een sauvegarde van een vendrig en 25 soldaten op het
kasteel Stein, een ander in het onversterkte Elsloo; graaf Johan van
(1) Res. S. G. 17, 19 Januari, 9, 18, 19, 26 Maart, IS Augustus, 2, 26 October, 24 No
vember, 7, 11 December, Res. R. v. St. 19, 26, 31 Januari, 5, 6, 17, 19 Februari, 9, 16,
17 Maart, 26 Juni, 23 October, 16, 20, 25, 27, 28 November, 4, 9 December, Res. H. 9
Maart 1654.
(2) Res. S. G. 23 Januari, 26 Februari, 36 April, 7, 8, 11, 15, 25 Mei, 12, 19 Juni, 2,3,
12, 20, 21, 25, 27 Augustus, 27 September, 2, 18 October, 8, 17 November, 6, 7, 14, 29
December, Seer. Res S. G. 22 Mei, 31 Juli, 1, 12 Augustus, Res. R. v. St. 2, 5, 23, 26
Januari, 3, 5 Mei, 7, 12, 16, 20, 26, 30, 31 Juli, 2, 3, 9, 12, 16, 18, 19, 24 Augustus,
28 September, 29 December, G. P. B. II 1187 dd. 21 September 1655, Res. S. G. 22 Januari
29 Februari, Res. R. v. St, 8 Januari, 31 Maart, 4 Mei 1656,