iio
Madeleine de Cusance en de burgerlijke overheid verzetten zich te
vergeefs tegen de sauvegarde, die tot Juni 1660 gehandhaafd bleef.
Graaf Albert had na overlijden zijner eerste echtgenoote Maria Elisa
beth (1688), dochter van zijn oom Herman van den Berg-en van Maria
Mancia van Withem, een transactie gesloten met zijn nicht Maria
Elisabeth, dochter van zijn oom Hendrik van den Berg en van
Margaret a van Withem waarbij haar het inarkiezaat van Bergen-
op-Zoom was toegekend. Albert's tweede gemalin Madeleine was de
dochter van Claude Francois de Cusance, graaf van Champlitte, en
Ernestine, zuster van genoemde dames van Withem. Na Albert's
overlijden maakte Madeleine's zuster Beatrice aanspraak op het mar-
kiezaat, waarbij zij 't der Republiek zeer lastig maakte, doch haar zin
niet kreeg. Het huwelijk van Beatrice de Cusance met hertog Karel III
van Lotharingen, waaruit het Huis LotharingenYaudemont ontsproot,
was door het Pauselijk Hof voor onwettig verklaard (1).
Op 25 Februari en 27 Maart 1658 kwamen Hunne Hoog Mogenden
overeen met den Spaanschen gezant om zonder tusschenkomst van de
chambre mi partie een verdeeling tot stand te brengen, volgens welke
aan elke partij de gerechte helft der drie landen van Overmaze in
vollen vrijen eigendom en souvereiniteit zou worden toegewezen. Maar
geen machtiging ter zake bezittende, moest de gezant bevelen uit Madrid
afwachten, zoodat pas op 13 December een nieuw interim tot stand
kwam. De tusschen Frankrijk en Spanje op 7 Mei 1659 gesloten wa
penstilstand, de daarop gevolgde vrede van de Pyreneën (7 November),
zoo mede de vervanging van don Jan van Oostenrijk als gouverneur
en kapitein-generaal der Spaansche Nederlanden door Luis Benavides
Carillo y Toledo markies van Fromista en Caracenagraaf van
Pinto, werkten vertragend op de afdoening (2). De vrede leidde tevens
tot verzoening van den prins van Condé met koning Bodewijk XIV en
gedeeltelijke teruggave zijner verloren landen aan hertog Karel III
van Lotharingen. Uit zijne gevangenschap ontslagen zijnde, wist de
woelzieke hertog de genegenheid zijner onderdanen niet te verwer
ven, werd in 1669 verjaagd en opgevolgd door zijn broeder Nicolaas
Frans.
Noch het interimnoch de in October 1660 overeengekomen sedert
herhaaldelijk verlengde „surcheance van executies, rechtspleging ende
„beden" konden de rust herstellen. Beide partijen volgden het oude voet-
(1) Res. R. v. St. 21 November, Res. S. G. 10 November 1057, 11, 25 Januari, 9, 23 Fe
bruari, 12 April, 10 Mei 1058, 17 Janurri 1659. Zie Deel I, bladz. 284. Het archief der
graven van den Berg aanvang nemende met do twaalfde eeuw, is nog aanwezig op liet
Huis te 'sHeerenberg.
(2) Res. LI. 9 April, Res. S. G. 13 Maart, 1 Mei, 24 Juli, 23 September 1058, 27 Januari,
2127 Februari, 14, 22 Maart, 4, 7 April, 27 Juni, 0, 13, 17, 22, 25 November, 5, 13
December, Res. R. v. St. 18 Januari, Ros. TI. 27 Maart, 5 April 1059. Zie Aanteekening
N° 17.