120 (dwangmiddel), door verdere betaling der compagnieën op hare repartitie te „assigneren" op de provincie, waar z(j in bezetting lagen (1). Op 7 Februari 1661 werden de „advisen" op de voorstellen ter ver gadering der Staten-Generaal in tegenwoordigheid van den Eaad van State voorgelezen. Gelderland wenschte liever een der sterkste com pagnieën infanterie te ontslaan dan de sterkte van de te Arnhem garni zoen houdende compagnie garde te paard van 250 tot 150 paarden te verminderen. Zeeland vroeg voor de compagnieën op hare repartitie een indeeling in drie regimenten. Friesland stond alleen een reductie toe van 5 man voor de compagnieën van 65 man. 't Gelukte niet om de provinciën tot een eenparigen voet van betaling te overtuigen; geen mo gelijkheid om aan elke provincie haar zin te gevenveelal overstemden zes bondgenooten de voorstellen van den zevende. De Raad van State zag dan ook geen nut om de provinciale adviesen zooveel mogelijk in een „conciliatoir advys" op te nemen en wenschte de voorstellen van 11 November onveranderd te handhaven, waarmede de Staten-Generaal instemden. Dienovereenkomstig gelastten dezen op 16 Februari de cassatie en de reductie, waarbij de Raad van State aandrong om de compag nieën ter sterkte van 50 hoofden vooral uit goede bekwame soldaten samen te stellen, 't verder aan de bondgenooten overlatende om de nieuwe regeling al dan niet uit te voeren. De 26 door luitenants gecom mandeerde uitheemsche voor cassatie aangewezen compagnieën stonden op de repartitie van Holland; in plaats daarvan kreeg de provincie 7 uitheemsche compagnieën te voren ten laste van andere gewesten. De ontslagen luitenants compagnies-commandanten ontvingen voor hunne aan clen Staat bewezen diensten een dankbetuiging en werden met de overige ontslagen officieren tot eventueele herplaatsing op pensioen gesteld. De ontslagen sergeanten konden als adelborsten bij een com pagnie ingedeeld worden, in afwachting van terugontvangst van den hellebaard. De vordering van 46.5225 voor geleverde wapenen door de solliciteurs, die de 26 ontslagen compagnieën bediend hadden, werd pas in 1665 met 3159966 gecrediteerdwelke som toen nog moest worden gerepartieerd (2). De bij de Staten Generaal vertraagde verzending der door den Raad van State opgemaakte repartitie van 981—76 per maand voor de afgevoerde geappointeerdenonder welke de trompetters van Staat en de extra-ordinaris kanonniers, bracht dezen in groote moeilijk heden. Voor verdere betaling moesten zij zich bij de nieuwe betaals- heeren aanmelden, hetgeen met uitgaven voor reisgelden gepaard ging, (1) lies. H. 16, 17 September, 5 October, 23 November, 2 December, Pes. It. v. St. 23 October, 12 November, Res. S. G. 912 November, Seer. Res. H. 7 December 1660. (2) Res. S. G. 5, 7, 16, 24 Februari, 31 Maart, Res. R. v. St. 17 Januari, 7, 10, 12, 13, 18, 22, 23, 26 Februari, 1 Maart, Res. H. 24 Maart, 13 Juli 1661, Res. S. G. 31 Decem ber 1605.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 140