128 (ledigingen de bondgenooten tot zorgzame medewerking aangespoord lnmne pogingen stuitten af op de koopmahs- én kastegeest der natie; zelden werden gelden voor de fortificatiën beschikbaar gesteld. De gede puteerden van den Raad gingen telken jare op inspectie tot aanbeste ding van noodige werken; doch geen aannemers of werkbazen deden zich opaangezien hunne rekeningen voor reeds verrichten arbeid ge régeld werden afgewezen. Blijkens door gedeputeerden ingezonden ver balen mocht men reeds tevreden zijnwanneer omgevallen schilderhuizen ingestorte privaten e. a.herstelling ondergingen. Sedert de door de Groote Vergadering aangebrachte talrijke wijzigingen in het binnenlandsche bestuur lieerschte tusschen de Staten-Generaal en den Raad van State vooral verschil van meening omtrent ,,'t vergeven „van ampten ende officien". Om alle geschillen dienaangaande te voor komen, kwam in October 1(561 een regeling tot stand, waarbij de Staten-Generaal de volgende benoemingen aan zich hielden (1) a. Tot kapitein- en admiraal-generaal van de Unie, generaal van de cavalerie, veldmaarschalk, meester-generaal der artillerie, luitenant-gene raal der cavalerie, commissaris-generaal der cavalerie, majoor-generaal van het leger, kwartiermeester-generaal van het leger, gouverneurs en commandeurs van vestingen en forten liggende onder het ressort van de Generaliteit, president van den krijgsraad, kwartiermeester-generaal van de cavalerie. b. Onder de „politycke staten, ampten ende officien" tot commis saris ^generaal en contrerolleur van de schepen te velde, wagenmeester drossaards van het landschap Drente, van de huizen, steden en landen van Valkenburg en Daelhemambtman van stad en lande van 's Her- togenrade, secretaris van de gedeputeerden te velde, griffier van den krijgsraad te velde of te 's-Gravenhagegriffier van de compagnieën van het Zeèuwsche regimentlanddrost over de Meierij van 's-Hertogenbosch zijne stedehouders over het volk te paard en te voet, landdrost over de landen van Valkenburg, Daelhem en 's-Hertogenrade, zijn korporaal commandant van het volk te paard. Aan den Raad van State bleven de militaire benoemingen van commiesen en contrerolleurs van vivres, ammunitie van oorlog, ponten en bruggen; majoors, auditeurs, provoosten, scherprechters en serviesmeesters „terisij „bij speciale resolutie ter contrarie gestatueert" onderofficieren van den trein en van het leger, de kanonniers daar onder begrepen. Alle voormelde betrekkingen waren minstens op één provincie gerepar- tieerd. 't Spreekt van zelf dat de betaalsheeren bij elke vacature hun (1) Res. S. G. 2 October, Res. R. v. St. 2 November 10(51.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 143