iai
f.
i. Kolonel, Louis de Taillefee, heer van MoriaC.
Luitenant-kolonelMaximiliaan de Beringhen-Armin-
VILLERS.
Majoor, Pierre de Berthier-Valandre.
k. Kolonel, Robbert Sidney.
Luitenant-kolonel, John Sayer.
Majoor, Ferdinand Gary.
I. Kolonel, John Kirkpatrik.
Luitenant-kolonel, Allan Coutts.
Majoor, John Kirkpatrik.
Aantal
compagnieën.
Sterkte
cavalerie.
infanterie.
a. garde
b.
c.
d.
e.
9-
h.
i.
k.
I.
cavalerie
infanterie
1 (garde op Friesland)
1 (compagnie-colonnelle)
8
6
6
13
12
12
18
11 (Franscben)
8 (Engelschen)
7 (Schotten)
100 paarden
425
275
275
200 hoofden
80
680
690
695
740
580
460
371
te samen 1075 paarden. 4496 hoofden.
Zooveel mogelijk waren officieren ingedeeld, die den tocht naar Dene
marken hadden medegemaakt. De compagnieën infanterie moesten be
staan voor twee derden uit musketiers, voor een derde uit spiesen; de
bandeliers voorzien van kruit, lood en lont. De meerendeels buiten
's lands vertoevende gepensionneerde gereformeerde officieren moesten
zich vóór April aanmelden; welke termijn, wegens geringe opkomst, tot
den eersten October werd verlengd. De aanwijzing van compagnieën
veroorzaakte eenige moeilijkheden, doordien Holland en Zeeland een
aantal soldaten naar de oorlogsschepen hadden gezondendie door anderen
moesten vervangen worden (1).
(1) Seer. Res. S. O. 26 DecemberRes. S. G. en Res. R. v. St. 3031 December 1663
Res. S. G. 3 Januari5 MaartSeer. Res. S. G. en Comm. S G. 29 AprilRes. R. v. St. 16