134 tachtig zieken en gewondende laatsten meerendeels door losgeschoten houtsplinters van de palissaden. De wagenmeester Van den Honert stelde 150 wagens voor hun vervoer en voor de bagage beschikbaar; de majoor God art van Reede-Ginkel geleidde de uittrekkende colonne met vier vanen naar Meppen. Op de schans waren 1982 kanonschoten gelost, zonder veel onheil te hebben gesticht: van Staatsche zijde waren slechts vier man gesneuveld. De Staten-Generaal benoemden kapitein Jacob Cocq tot commandeurde bewapening van het fort zou voortaan bestaan uit twee halve kanons van 24 15 ijzer, vier lange veldstukken van 12 15 en drie voorraad-affuiten. De begrooting voor de herstellingen door de Republiek voor te schieten, doch ten laste van vorst George Chris- tiaan bedroeg 12.272; de indertijd door de Hessen in de nabijheid opgeworpen schansen moesten door de Oost-Friesche boeren geslecht worden. „Geconsidereert bij 't opbreecken van 't Leger aldaer geld van „nooden sal sijn, om den train ende andere voorvallende oncosten „eenighsints te contenteren en te betalen", deden de Staten-Generaal een dringend beroep op de welwillendheid der heeren van Holland om fondsen voor te schieten. Den 20sten Juni brak het leger op. De Friesche en de Groningsche compagnieën keerden afzonderlijk terug naar de haard steden; het gros betrad in Overijssel den vaderlandschen bodem, waar prins Willem Frederik in elke plaats lustig het Wilhelmus liet blazen (1). Bijna een jaar later gaf vorst George Christiaan kennisdat hij omtrent de schulddelging met zijn neef Hartman van Lichtenstein was over eengekomen (2). De prins bracht op 12 Juli verslag uit. Hunne Hoog Mogenden ver zekerden dat de wijze waarop hij zijn taak volbracht had, hun aange naam was. Zij vereerden den prins met een geschenk van 10.000, zijn secretaris 315, de prins van Tarente 6000, den kolonel Kirkpatrik 1500, Pyrius Cool als kwartiermeester-generaal 400. De betaling van het oorlogs-traktement volgens den staat van oorlog aan de hoofd- en de andere officieren lieten zij over aan de welwillendheid der provinciale betaalsheeren (3). Prins Willem Frederik verwondde zich op 24 October 1664 bij het nazien van een pistool dermate aan mond en aangezicht, dat hij een week later overleed. De op 18 Januari 1657 geboren prins Hendrik Casimir zou hem bij meerderjarigheid als stadhouder van Friesland, (1) Res. S. G. 19, 23—25 Mei, 7, 9, 10, 12, 14, 17, 19 Juni, 12, 1(5 Juli, 15 Augustus, Res. R. v. St. 10, 30 Juni 1664. Zie mede Pampflet 8901 (koninklijke bibliotheek) „Journael van den Heyrtocht". (2) Res. S. G. 2 Juni 1665. (3) Res, S. G. 15 Augustus 1664,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 154