INHOUD. IX 10. „Den Storm-hoedt of Morillon, weeght drie pondt en een „vierendeel". 11. „Het Musquet weeght twaalf en een half pondtde Vorquet- „stock drie vierendeel, t' samen derthien pondt en een vieren deel: d'ordinaris lenghte van de loop is vier voeten Rhynlands, „de Caliber is thien stryckende, of twaelf loopende kogels „in een pont, de Vuer-roers schieten veerthien stryckende en „sesthien loopende kogels, de Mariniers hebben Snaphanen, op „de selvige Caliber als de Musquettiers". 12. „De Bandolier, de vyfthien maten met de sintpolvermaete „(anders Corporael) gevult, de kogels met het toebehooren in 't „leren sackjen, de drie stucken ordinaris lont, die yder op „een vadem langh gereeckent worden, wegen t' samen vier „pondt en drie vierendeel twintigh maten kruyt werden „in een pondt gereeckent, soo dat men met drie vierendeel „ponds bequaem den Bandolier kan vullen, behalven de sint- „polver-maet". N°. 7. Voorstelling „hoedanigh vier Compagnien van 't Regiment „G-uardes van haer Ed. Groot Mo. etc. in forme van een vier kanten Bataillon aen strandt te Schevelinge, in ordre gestaen „en geageert hebben tegens vier Compagnien Ruyteren in den „jare 1669". N°. 8. Afbeelding van twee kanonnenin 1669 door den geschut- gieter Albert Bennïngs te Lubeck geschonken aan de Staten van Holland en West-Friesland. N°. 9. Kaart van een gedeelte der oostelijke provinciën, tot toelich ting van de in 1665, 1666 en 1672 met Munster gevoerde oorlogen. .N 10. Vei beterblad voor de in Deel IV voorkomende kaart, waarop Daelhem verkeerdelijk ten oosten van Roermond is geteekend, terwijl hef ten zuiden van Maastricht is gelegen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Het Staatsche leger | 1921 | | pagina 15